Het duizendjarig rijk
Door: Franklin ter Horst
Met dank aan het Bijbelstudieteam
Jur van Calkar en Simonida Dijkhuis-Nijhof voor hun medewerking aan deze
Bijbelstudie.
Openbaring 20: 1 t/m 3
“En ik
zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote
keten in zijn hand; en hij greep de draak, de oude
slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren, en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die
boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend
jaren voleindigd waren; daarna moet hij voor een korte tijd worden losgelaten.
Dit
is het moment waarop Jezus/Yeshua komt om te heersen, en niemand zal kunnen
voorkomen of betwisten dat Hij in Jeruzalem de troon bestijgt. Het Duizendjarig
Vrederijk is een onderwerp waarover onder christenen meerdere uitleggingen
gangbaar zijn. Sommigen hebben zelfs geen idee dat er een Vrederijk komt op
aarde terwijl zowel het Oude als het Nieuwe Testament verwijzingen bevatten
naar dat komende rijk. Ook zijn er christenen (preteristen) die geloven dat wij
nu al in dit rijk leven en de macht hebben de koninkrijken van deze wereld te
overwinnen. Volgens deze visie regeert Jezus/Yeshua nu en zit Hij aan Gods
rechterhand in de hemelse gewesten, boven alle overheid en macht verheven. Deze
visie is afkomstig van de Jezuïet Luis de Alcasar.
Hij schreef een boek genaamd de verborgen betekenis van de Apocalyps die in
1614 gepubliceerd werd.
Het is een visie die
inhoudt dat praktisch alle Bijbelse profetieën al tijdens de verwoesting van
Jeruzalem en de Tempel in het jaar
Een
bekende hedendaagse vertegenwoordiger van het preterisme is de Anglicaanse
nieuwtestamenticus Tom Wright. Hij blies het preterisme nieuw
leven in via publicaties die ten dele ook in het Nederlands verschenen. In het
Nederlandse taalgebied wordt de preteristische leer verkondigd door David
Sörensen die zichzelf apostel, profeet en verkondiger van Gods woord noemt. Deze figuur gaat
niet alleen mee in de dwaling dat de wederkomst van Jezus/Yeshua in het jaar 70
heeft plaatsgevonden, maar doet daarnaast schokkende antisemitische uitspraken over Joden en Israël. Op zijn
website www.ontdekgod.nl publiceerde hij een ruim zevenduizend woorden lang
essay over Israël en Joden waarmee hij duidelijk maakt een onvervalste
aanhanger van de vervangingstheologie te zijn.
Sörensen
gaat zelfs zover te beweren dat het Joodse volk niet eens meer bestaat. Er
zouden alleen nog mensen zijn die zich ‘als Jood beschouwen’ en komt daarbij
aanzetten met de Khazaren-mythe, waarbij hij schrijft dat de huidige Joden die
in Israël wonen eigenlijk Turken zijn. Hij gaat hiermee brutaalweg op de stoel
van God zitten om te bepalen wie er wel en wie er niet tot de echte nazaten van
Juda behoort. Niemand kent het antwoord, alleen God Zelf kent degenen die tot
Zijn uitverkoren volk horen. Sörensen meent kennelijk het ware licht ontvangen
te hebben maar hij mist ieder zicht op wat God met het huidige Israël aan het
doen is door honderden profetieën te vergeestelijken, verbasteren of gewoon te
negeren. Juist waar christenen onvoldoende kennis van de Bijbel bezitten vallen
ze voor dergelijke dwaalleringen.
Zowel het Oude Testament als het Nieuwe Testament laten er
geen enkele twijfel over bestaan dat er een bijzondere periode op aarde zal
komen, die gekenmerkt zal worden door een periode van werkelijke vrede. De volkeren zullen
optrekken naar Jeruzalem om de Here te zoeken:
Zacharia 8:22-23 “Ja, vele natiën en
machtige volken zullen komen om de Here der heerscharen te Jeruzalem te zoeken
en de gunst des Heren af te smeken. Zo zegt de Here der heerscharen: In die
dagen zullen tien mannen uit volken van allerlei taal vastgrijpen, ja
vastgrijpen de slip van een Judeese man, en zeggen: wij willen met u gaan, want
wij hebben gehoord, dat God met u is.”
Er zal een nieuwe
tempel staan in Jeruzalem: de 'tempel van Ezechiël’.
Ezechiël 43:10-11 Gij nu, mensenkind,
vertel het huis Israëls van de tempel – opdat zij zich schamen over hun
ongerechtigheden – en laten zij het model nameten, en als zij zich schamen over
alles wat zij bedreven hebben, maak hun dan bekend de vorm van de tempel en
zijn inrichting, zijn uitgangen en zijn ingangen, al zijn vormen, al zijn
voorschriften, al zijn vormen en al zijn wetten, en schrijf die op voor hun
ogen, opdat zij al de vormen en voorschriften ervan nauwgezet ten uitvoer
brengen.
Alle schrijvers van het Oude testament hebben geen moment
gedacht aan een geestelijke uitlegging. Wie meent dat wij nu leven in het
Duizendjarig Vrederijk heeft geen realiteitszin en heeft geen zicht op de
wereld waarin wij nu al duizenden jaren leven. Het is nauwelijks voor te
stellen dat er allerlei misplaatste verklaringen worden opgedist, die echter
volledig mank gaan. Waar is vrede onder de mensen? Waar is een land waarin geen
zieken zijn? Waar is een land waar satan niets meer te vertellen heeft? Waar is
een land waar geen angst voor terrorisme is? Waar is een land waarin de mensen
massaal de Here God dienen en vereren?
Het zijn niets anders dan aloude dwalingen die in een nieuw jasje
de Gemeente binnen zijn gekomen. Wanneer we Jezus/Yeshua’s uitspraken serieus
nemen komen tal van dingen aan de orde die duidelijk slaan op de toekomst: de
eindtijd. Denk alleen maar aan bijvoorbeeld Matthéüs 24, waarin Hij spreekt
over de Grote Verdrukking, de Machten der hemelen, de terugkeer van de Zoon des
mensen op de wolken en het geestelijk herstel van Israël enzovoort. Dat is
niet vervuld, maar wordt in onze dagen op alle fronten zichtbaar. De oude
vervangingsleer dat de Kerk in de plaats van Israël zou zijn gekomen, is weer
in een modern jasje gestopt.
Men doet er goed aan om de profetie over het Duizendjarig
Rijk ter harte te nemen, temeer daar Jezus/Yeshua Zelf dit vergezicht aan
Johannes bekend heeft gemaakt. In Openbaring 20 wordt met herhaling over de
duizend jaren gesproken, maar vooral, dat het in verband wordt gebracht met
verschillende gebeurtenissen, die met name worden genoemd. Na de verwoesting
van Babylon en ná de twee beesten en hun collaborerende legers uit de volken,
wordt satan de hoofdschuldige gegrepen. Satan wordt niet door God of door
Jezus/Yeshua gegrepen, maar door een engel uit de hemel die meer macht blijkt
te hebben dan satan. Deze engel heeft een sleutel van de afgrond bij zich en
heeft een grote keten in zijn hand. Hij grijpt satan alsof het een gewone
arrestant is die in bewaring genomen moet worden, en doet hem de boeien om
zodat satan intens wordt vernederd.
Vervolgens wordt hij in een onmetelijke diepe bodemloze onderaardse put geworpen. Dit is de
Abyssos waar ook de demonen gevangen worden gehouden. Deze hebben als koning de
engel des afgronds: zijn naam is in het Hebreeuws Abaddon en in het Grieks
Apollyon (verderver). Dit is de plaats waar satan tijdens het Duizendjarig
Vrederijk gebonden zal zijn en van waaruit geen
ontsnapping mogelijk is. Hier zal hij de volle
1000 jaar vast zitten. Het doel van zijn opsluiting is om hem te
beletten de mensen nog langer te verleiden. Door satans verleidingen duizend
jaar uit te schakelen, maakt God deze wereld klaar voor het alomvattende
Vrederijk. Daardoor zal er gedurende duizend jaar gerechtigheid op aarde
heersen. Satan wordt echter nog niet ten volle
geoordeeld, in tegenstelling tot de beesten die hun volledige straf in de
vuurpoel moeten ondergaan direct na hun overmeestering. Eerst later, aan het
eind van het Duizendjarig Rijk, ontvangt ook satan zijn definitieve straf in de
vuurpoel, waar de twee beesten zich dan al duizend jaren bevinden.
Het ketenen van satan betekent echter niet dat er geen
zonden meer gedaan zullen worden want kennelijk is niet iedereen van plan
zich vrijwillig aan de heerschappij van Jezus/Yeshua te onderwerpen. Maar
niemand zal Hem ongestraft kunnen weerstaan. Zacharia vertelt dat er geen regen
zal vallen op de volken, die gedurende het vrederijk niet optrekken naar
Jeruzalem om zich voor de Koning te buigen.
Zacharia 14: 16-17 “Allen, die zijn
overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van
jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de Here der
heerscharen, en het Loofhuttenfeest te vieren. Maar
wie uit de geslachten der aarde niet naar Jeruzalem zal heentrekken om zich
voor de Koning, de Here der heerscharen, neder te buigen, op hem zal geen regen
vallen…”
Maar
het merendeel van hen die in het vrederijk verblijven, zullen niet in opstand
komen voordat satan na duizend jaar losgelaten wordt om hen te verleiden. De
oprechtheid van hun hart jegens Jezus/Yeshua zal aan het licht komen op het
moment dat satan weer losgelaten wordt.
Met grote grimmigheid heeft satan door het beest en de
valse profeet de kinderen Gods vervolgd en vermoord. Alle rampen, oorlogen,
onheil en onvrede, alle wanhoop en verdriet, alle eenzaamheid, leed en
onbehagen, alle ziekten en ongevallen, alle dood en verderf, het komt allemaal
uit de koker van satan. Waar satan de god van deze eeuw is, kun je dit alles
verwachten. Hij veroorzaakt al het onheil op aarde. Satan wordt met al zijn
karaktertrekken afgevoerd. Met de binding van satan komt er een heel andere
situatie op aarde. In die nieuwe tijd heeft satan geen macht meer op aarde. Dan
kan hij de volken niet meer verleiden om oorlog tegen elkaar te voeren, en kan
hij de mensen niet meer verleiden om elkaar te bedriegen en elkaar kwaad te
doen. Ook kan hij dan de mensen niet meer verleiden om God te bespotten.
Jezus/Yeshua
zal in het Duizendjarig Vrederijk als Vredevorst
regeren:
Jesaja 9:5-6 “Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de
heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke
God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de
vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en
grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver
van de Here der heerscharen zal dit doen.”
Alle regeringsvormen zoals wij die vandaag
kennen, zullen zijn verdwenen. Het Messiaanse vrederijk zal een rustpunt
worden voor de volkeren, een verademing voor allen die Jezus/Yeshua lief hebben
en
Zijn geboden onderhouden.
Johannes 14:15 “Wanneer gij Mij liefhebt,
zult gij mijn geboden bewaren.”
Het
is een periode waarin Hij als Messias op de troon van David in Jeruzalem over
de gehele aarde zal regeren. Zesduizend jaren is het
woeden van satan op aarde geweest maar nu hij zijn lugubere werk niet meer kan doen,
ontstaat er een totaal andere situatie in de wereld want in het Duizendjarig
Rijk zal dezelfde goddelijke luister aanwezig zijn als in de hof van Eden met
Adam en Eva, voordat zij werden verleid.
Al het kwaad dat satan in de harten der mensen werkte zal
verdwenen zijn. Straks wanneer Jezus/Yeshua op aarde is teruggekeerd zullen de
volken optrekken naar de tempel in Jeruzalem om het Loofhuttenfeest te vieren,
dat de volken die Israël vervloekt en vervolgd hebben, zullen nu Israël
dienen.
Israël zal zowel fysiek als geestelijk hersteld zijn. Door de
verharding van Israël werd het Koninkrijk uitgesteld, totdat de bedekking zal
worden weggenomen en het Messiaanse welkom klinkt:
Matthéüs 23:39 “Want Ik zeg u, gij
zult Mij van nu aan niet meer zien, totdat gij zegt: Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren!”
Van een fysiek herstel
van Israël is sinds 1948 sprake en in 1967 werd Jeruzalem weer een ongedeelde
hoofdstad. Profetisch gezien moest een terugkeer in ongeloof plaatsvinden
voordat de Laatste Jaarweek kan komen. Dit wordt
uitgebeeld in het visioen van de “dorre beenderen” waarin Gods Geest moest
worden geblazen. Ezechiël 37. Daarna vindt de
finale vervulling plaats, bij de komst van de Koning, na een vreselijke periode
van Grote Verdrukking. De beloofde Messias zal de vervallen hut van David weer
opbouwen:
Handelingen 15:16-17-18 Daarna zal
Ik wederkeren en de vervallen hut
van David weder opbouwen, en wat
daarvan is ingestort, zal Ik weder opbouwen, en Ik zal haar weder oprichten, opdat het overige deel der mensen de Here zoeke, en alle heidenen, over welke mijn naam is
uitgeroepen, spreekt de Here, die
deze dingen doet, welke van
eeuwigheid bekend zijn.
Er zal een heerlijke tijd aanbreken voor de kinderen van Israël:
Zacharia 8:23 “Zo
zegt de HERE der heerscharen: Er zullen weer oude mannen en vrouwen op de
pleinen van Jeruzalem zitten, ieder met een stok in de hand vanwege zijn hoge
leeftijd. Ook zullen de pleinen der stad vol zijn van jongens en meisjes, die
daar spelen’
Het
doel van het Vrederijk is een vervulling van alle beloften aan Israël van
herstel, zegen en overvloed. Dan zullen alle vijanden van Israël van het
wereldtoneel verdwenen zijn. Dan zal de nog nooit
vervulde profetie uitkomen dat de Syriërs en de Egyptenaren in vrede en
broederlijk met Israël zullen samenwonen:
Jesaja 19:23 “Te dien dage zal er een
heerbaan wezen van Egypte naar Assur, en Assur zal in Egypte komen en Egypte in
Assur, en Egypte zal met Assur (de Here) dienen.”
De volken zullen de oorlog niet meer leren. Zelfs een 100
jarige zal een jongeling genoemd worden. Het zal een tijd zijn van strenge
tucht en goddelijke orde, van welzijn en vrede in gebondenheid aan de goddelijke
wetten. De volken zullen in rechtmatigheid gericht worden.
Psalm 98: 4 t/m 9 “Juicht de Here, gij ganse aarde, breekt uit
in gejubel en psalmzingt. Psalmzingt de Here met de citer, met de citer en met
luide zang, met trompetten en met bazuingeschal; juicht voor de Koning, de
Here. De zee bruise en haar volheid, de wereld en wie erin wonen; dat de
stromen in de handen klappen, de bergen tezamen jubelen voor het aangezicht des
Heren, want Hij komt om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in
gerechtigheid en de volken in rechtmatigheid.”
Openbaring 20:4 “En ik zag tronen,
en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en (ik zag) de
zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord
van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het
merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden
weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang.”
Het
is geweldig wat Johannes hier ziet. Hij ziet tronen, maar ook wie deze tronen
zullen bezetten. Het zijn de bloedgetuigen die onthoofd zijn om het getuigenis
van Jezus/Yeshua, en om het Woord Gods. Het zijn de zielen van onder het altaar
zoals reeds uiteengezet onder Openbaring
6. Zij, die smart en pijn hebben verdragen, staan aangetreden, zij zijn
bevrijd verrezen uit de dood, en thans is het grote moment gekomen, dat zij
zullen leven, en heersen met Jezus/Yeshua.
Van
groot belang is hier de uitspraak van Jezus/Yeshua in de brief aan de
martelaarsgemeente van Smyrna,
namelijk dat hij dood was en weer levend werd. Dat is precies dezelfde
uitdrukking als in Openbaring 20:4 en dit “weer levend worden” van Jezus/Yeshua
is niet een geestelijke opwekking, maar een lichamelijke opstanding geweest, na
Zijn kruisdood, uit het graf. Zo is het “weer levend worden” van de onthoofden
uit Openbaring 20:4 ook een lichamelijke opstanding. Het zijn dus personen
(zielen) die deel hebben aan de opstanding der rechtvaardigen:
Lucas 14:14 “En gij zult zalig zijn,
omdat zij niets hebben om u terug te betalen. Want het zal u terugbetaald worden
bij de opstanding der rechtvaardigen.”
Johannes 5:29 “…en zij zullen
uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het
kwade bedreven hebben, tot de opstanding ten oordeel.”
Vanaf
vers 4 wordt het eigenlijke vrederijk beschreven; of nauwkeuriger: tweemaal
wordt daar gesproken over hen die ‘met Christus regeren’, wat inhoudt dat de
duizend jaren de periode vormen dat Jezus/Yeshua Zelf regeert. Alle beloften en
profetieën uit het Oude testament zullen nu definitief vervuld worden. Deze
zijn zo talrijk en gedetailleerd dat een uitvoerige beschrijving hier
nauwelijks te doen is. De beschrijving van het koninkrijk in Openbaring 20 is
heel beknopt; het zijn vooral de heiligen die met Jezus/Yeshua mogen regeren
die hier aan bod komen.
Nadat
satan gebonden is blijken er nog mensen uit alle volkeren over te zijn, die
onbekeerd (die nog geen keuze voor Jezus/Yeshua
hebben gemaakt) zijn en die nochtans in leven zijn gebleven. Dit zijn degenen die het onrecht onderkend hebben dat
Israël werd aangedaan:
Matthéüs 10:42 En wie één van deze
kleinen, omdat hij een discipel is, ook maar een beker koud water te drinken
geeft, voorwaar, Ik zeg u, zijn loon zal hem geenszins ontgaan.
Deze
mensen zullen aan het einde van het duizendjarig rijk geoordeeld worden. Bij
dit grote oordeel zal er precies worden gehandeld zoals Gods Woord reeds
gesproken heeft. Bij het laatste oordeel gaat het erom wie deel heeft aan de
nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waar God alles in allen zal zijn.
Daarnaast sprak Jezus/Yeshua van de geweldige opdracht aan zijn discipelen
om het getuigenis uit te dragen:
Matthéüs 28: 18-19-20 “En Jezus trad
naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op (de)
aarde. Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in
de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen
onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot aan
de voleinding der wereld.”
Deze
opdracht heeft alle eeuwen door mogen klinken; steeds weer zijn er nieuwe
dienstknechten gekomen en hebben naar hun vermogen gearbeid, naarmate elk
talenten had. En in Matthéüs 25:19 lezen we dat de heer van de dienstknechten
terugkwam en ging afrekenen. Dat betekent dat de arbeiders in de wijngaard des
Heeren ook nog een beloning krijgen voor hetgeen zij hebben bearbeid. Inderdaad
vinden we op vele plaatsen in de Bijbel bijzonderheden over het loon van Gods
medearbeiders:
1 Corinthiërs 3:9 t/m15 “Want Gods
medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij. Naar de genade Gods, die mij
gegeven is, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, waarop een
ander voortbouwt. Maar ieder zie wel toe, hoe hij daarop bouwt. Want
een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand
leggen. Is er iemand, die op dit fundament
bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het
doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat
zal het vuur uitmaken. Indien het werk, dat hij
erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, maar
indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered
worden, maar als door vuur heen.”
Voor
de gelovigen is er dus een bijzondere genade, en tegelijkertijd voor de
martelaren uit de grote verdrukking. Wie kan zich indenken om voor Jezus/Yeshua
te staan en loon te ontvangen voor de arbeid die hij/zij op aarde hebben
verricht. De volkeren welke na al de oorlogen en verschrikkelijke rampen over
zijn gebleven zullen door Jezus/Yeshua worden geselecteerd op grond van hun
houding ten opzichte van hun minste broeder (Israël).
Matthéüs 25:32-33 “En al de volken
zullen vóór Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de
herder de schapen scheidt van de bokken, en Hij zal de schapen zetten aan zijn
rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand.”
Het
kan heel goed zijn dat er volken zijn, die omdat ze Israël verworpen hebben,
niet meer zullen bestaan in de Messiaanse tijd.
De scheiding van schapen-volken en bokken-volken, waarbij
de bokken volken het Koninkrijk van God niet beërven. Dit doet ook denken aan
en uitspraak van de profeet Ezechiël:
Ezechiël 34:20 t/m23 “Daarom, zo
zegt de Here Here tegen hen: Zie, Ik ga zélf rechtspreken tussen de vette en de
magere schapen; omdat gij al wat zwak is, met flank en schouder wegdringt en met de
horens stoot totdat gij ze naar buiten gedreven hebt, zal Ik mijn schapen verlossen,
opdat zij niet langer tot een prooi zijn; Ik zal rechtspreken tussen het ene
schaap en het andere. Dan zal Ik één herder over hen aanstellen, die hen weiden
zal: mijn knecht David. Die zal hen weiden, die zal hun herder zijn.”
De
vetten zijn zij die zich over de ruggen van anderen als wellustelingen hebben
gedragen, en gepakt hebben wat ze nog pakken konden. Zij worden verwezen naar
de plaats welke voor “de duivel en zijn engelen” bereid is. Omdat er in het
komende vrederijk geen plaats voor egoïsme zal zijn, worden de wellustigen
afgewezen omdat ze niet gehandeld hebben naar Gods wil.
Matthéüs 25:40 “En de Koning zal hun
antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze
mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan.”
Deze
uitleg (uitspraak) van Jezus/Yeshua is maar voor één uitleg vatbaar want hier
wordt over de minste broeders van Hem gesproken. In dit geval kan het niet
anders dan dat het hier handelt om het
volk Israël. Een ieder mens of het nu een man, een vrouw of een kind is,
in bescherming genomen zal worden en mee mogen genieten van de zegen van het
duizendjarig rijk. Het houdt dus een geweldige beloning in voor ieder die het
Joodse volk blijft steunen in de tijd dat de antichrist bezig is zijn gruwelijke
bewind uit te voeren. Het lijdt geen twijfel dat zij tijdens het duizendjarig
rijk tot bekering zullen komen.
Openbaring 20:5 “De overige doden
werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren. Dit is de
eerste opstanding.”
Hier
worden wij geconfronteerd met een scheiding der doden; er zullen doden zijn die
niet levend worden. Hier is echter een “totdat”gesteld waarna zij wel zullen
opstaan, namelijk na de duizend jaren. Na die tijd komt het grote gericht,
waarvan we lezen in de verzen 11-15. De tekst leert dat wie niet tot de eerste
opstanding behoort, daar niet in deelt. Niet weer levend wordt vóór de
voleinding der duizend jaren en onder de volmacht komt van de tweede dood, of
er minstens door beschadigd wordt (vers 6) of de eerste opstanding omvat alle
gelovigen. Voor zover wij het kunnen zien is er vóór de eerste opstanding geen
andere dan die van de Eersteling, Jezus/Yeshua. Sommigen menen dat er één
opstanding is voor alle mensen, goeden en kwaden tegelijk. Maar er is een orde
in de opstandingen:
1 Corinthiërs 15:20-23-24 “Maar nu,
Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn.
Want
evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Jezus/Yeshua allen levend gemaakt
worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde: Jezus/Yeshua als eersteling,
vervolgens die van Hem zijn bij zijn komst; daarna
het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij
alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben.
Er
is een opstanding ten leven en een opstanding ter veroordeling. Deze opstanding
wordt overal en scherp onderscheiden van de andere. Er is een duidelijk
onderscheid tussen opstanding uit de doden en opstanding der doden, hetgeen ook
wijst op opstanding van de doden terwijl de “overige doden” nog in de dood
gelaten worden. Volgens Paulus in de eerste brief aan de Thessalonicenzen
zullen degenen die in Jezus/Yeshua gestorven zijn eerst opstaan:
Thessalonicenzen 4:16 “want de Here
zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank
ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven
zijn, zullen het eerst opstaan…”
Het
satanische rijk wordt vernietigd, de “beesten” worden in de vuurpoel geworpen,
satan wordt gebonden en de gelovigen van de eerste opstanding regeren met
Jezus/Yeshua in het Duizendjarig Vrederijk. De opstand van satan aan het einde
van het Duizendjarige rijk is slechts een incident en onderbreekt het
koningschap van Jezus/Yeshua niet. De wederkomst ten oordeel treft niet de
gelovigen, want die zullen met Jezus/Yeshua geopenbaard worden en met Hem
oordelen en richten.
De
Bijbel leert ons, dat we allen hebben gezondigd en de heerlijkheid Gods missen,
en dus leven onder het oordeel des doods. Dat wil zeggen, dat niemand zichzelf
daaruit kan verlossen om zodoende weer in gemeenschap met God te komen. Het
oordeel des doods betekent: voor eeuwig verstoken zijn van de gemeenschap met
God:
Colossensen 2:13 “Ook u heeft Hij,
hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees,
levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold…”
Wij
weten dat allen voor de rechterstoel van Jezus/Yeshua geopenbaard moeten
worden. Dit oordeel over gelovigen uit de gemeente, is niet het witte
troonoordeel over de doden, die pas opstaan na de duizend jaren. Het gaat bij
het openbaren voor de rechterstoel van Jezus/Yeshua niet over aanneming of
verwerping, maar over het graduele oordeel over de gelovigen. De één zal
daarvan groter heerlijkheid ontvangen dan de ander, al naar gelang men in staat
van genade op het ene Fundament gebouwd heeft.
1 Corinthiërs 3:11-15 “Want een
ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen.
Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente,
hout, hooi, of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het
doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat
zal het vuur uitmaken. Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt,
zal hij loon ontvangen, maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade
lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door vuur heen.”
De
individuele leden van Jezus/Yeshua’s Lichaam worden weliswaar voor de
rechterstoel geopenbaard, maar de grote eindgerichten bereiken hen niet. Het
grote witte troonoordeel gaat de doden aan uit de zee, uit de dood, uit het
dodenrijk, maar niet de doden die in Jezus/Yeshua gestorven zijn. Ook de doden
die niet in Jezus/Yeshua gestorven zijn, worden niet onmiddellijk na het
sterven geoordeeld. Zij worden als het ware “bewaard” om na duizend jaren
geoordeeld te worden. We weten dat ieder mens getroffen wordt door de dood, en
indien er geen goddelijke verandering plaatsvindt, dan volgt op de eerste dood
nog een tweede dood. Dat is het helse vuur, waarover Jezus/Yeshua zo ernstig
heeft gewaarschuwd:
Matthéüs 25:41 “Dan zal Hij ook tot
hen, die aan zijn linkerhand zijn, zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten,
naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is.”
Duizend
jaren in de duisternis, zegt Jezus/Yeshua en daarna voor eeuwig.
Openbaring 20:6 “Zalig en heilig is
hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood
geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij
zullen met Hem als koningen heersen, [die] duizend jaren.”
Er
is hier sprake van een schare mensen van de eerste opstanding. Met deze mensen
is iets bijzonders gebeurd; zij zijn door Gods Woord tot bekering gekomen
tijdens hun aardse leven en delen vervolgens in die zegen. Allen, die zich
tijdens hun leven op aarde aan Jezus/Yeshua toevertrouwen, zullen deel hebben
aan deze eerste opstanding. Over allen die in de eerste opstanding delen heeft
de tweede dood geen macht.
Er
is niets wat het plan van Jezus/Yeshua in de weg staat, zodat Hij alles in
volmaakte orde zal afwikkelen. Zodra Jezus/Yeshua terugkomt, zal Hij gezien
worden zoals de discipelen Hem hebben gezien na Zijn opstanding. Met Zijn menselijk
lichaam zal Hij zich vertonen, en hetzelfde gebeurt met alle gelovigen. Met een
verheerlijkt opstandinglichaam zullen alle gelovigen hun Koning ontmoeten.
Matthéüs vertelt hier het volgende over:
Matthéüs 27:51-52-53 “En zie, het
voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot beneden in tweeën, en de aarde
beefde, en de rotsen scheurden, en de graven gingen open en vele lichamen der
ontslapen heiligen werden opgewekt. En zij gingen uit de graven na zijn
opstanding en kwamen in de heilige stad, waar zij aan velen verschenen.”
Deze
opstanding omvat alle gelovigen van alle eeuwen. Elke zondaar die zich bewust
werd van de last der zonden en die de dekking zocht onder het reinigend bloed
van Jezus/Yeshua, zal tot deze gezaligden behoren. Dood zijnde zullen zij weer
leven, heeft Jesaja gezegd:
Jesaja 26:19 “Herleven zullen uw
doden – ook mijn lijk –, opstaan zullen zij. Ontwaakt en jubelt, gij, die woont
in het stof! Want uw dauw is een dauw van licht; en de aarde zal aan de
schimmen het leven hergeven.”
Groot
zal het verschil zijn tussen de mensen die niet-en de mensen die in
Jezus/Yeshua geloven. Dat verschil vinden wij ook in Daniël:
Daniël 12:2 “Velen van hen die
slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen
tot versmading, tot eeuwig afgrijzen.”
Hoevelen
zijn er thans afgeweken van de Waarheid.
Zoals we zien sluiten deze profetieën volkomen aan bij wat Jezus/Yeshua
heeft voorzegd. Ieder die Zijn woorden ter harte neemt, zal op machtige wijze
gezegend worden. Zo zeker als Hij uit de dood is verrezen, zo zal er
verrijzenis zijn voor alle gelovigen. Het is een erfenis, die is weggelegd voor
een ieder die gelooft. De gelovigen hebben dus een geweldige toekomst. In het
Duizendjarig Rijk zullen er geen tronen meer zijn van wereldleiders noch van
kerken die het bloed van hun onderdanen veelvuldig hebben laten vloeien. Zodra
Jezus/Yeshua de heerschappij en het Koningschap aanvaard heeft, zullen deze
geweldige dingen gaan gebeuren.
We
hebben de zekerheid vanuit Gods Woord dat satan straks gebonden zal worden en
dat Jezus/Yeshua Overwinnaar zal zijn. De gouden draad van de toekomstige alleenheerschappij
van God loopt door de gehele Bijbel. “De HERE regeert?” Deze bekende uitspraak
vinden wij in de Psalmen 93, 96, 97
en 99, temidden van een merkwaardige reeks psalmen, die allemaal de komst van
Jahweh, d.i. Christus, beschrijven, om het oordeel over de volkeren der aarde
te voltrekken en Zijn troon op aarde te vestigen.Ze hebben dus geen betrekking
op de tegenwoordige toestand, maar slaan profetisch
op de toekomst, als Jezus/Yeshua regeert en satan in de afgrond gebonden is.
Daniël 2:44 “Maar in de dagen van
die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid
niet zal te gronde gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk meer zal
overgaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken,
maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid…”
Het
is de jubelzang van alle gelovigen en het omvat Joden en heidenen, die tot de
kennis der waarheid zijn gekomen. Op de aardse koninkrijken volgt een rijk, dat
in niets overeenstemt met de wereld zoals wij die kennen. Dit zal een rijk zijn
waar gerechtigheid heerst:
Jesaja 32:1-2 “Zie, een koning zal regeren in gerechtigheid
en vorsten zullen heersen naar het recht; en ieder van
hen zal zijn als een beschutting tegen de wind en als een toevlucht tegen de
stortbui, als waterstromen in een dorre streek, als de schaduw van een machtige
rots in een dorstig land.”
Er
is geen enkele twijfel mogelijk: er is een Koninkrijk aanstaande waar
Jezus/Yeshua als Koning zal regeren over de hele aarde. Op diverse plaatsen
zijn dit soort profetieën te vinden. Zo heeft de profeet Nathan het Koning
David aangezegd:
1 Kronieken 17:11-12-13-14 “Wanneer
uw dagen vervuld zijn om tot uw vaderen te gaan, dan zal Ik uw nakomeling na u
doen optreden, een van uw zonen, en Ik zal zijn koningschap bevestigen. Die zal Mij een huis bouwen,
en Ik zal zijn troon voor immer bevestigen. Ik zal hem tot een vader zijn en
hij zal Mij tot een zoon zijn; mijn goedertierenheid zal Ik niet van hem doen
wijken, zoals Ik haar van uw voorganger heb doen wijken. Ik zal hem voor immer
in mijn huis en in mijn koninkrijk aanstellen, en zijn troon zal vast staan
voor altijd.”
De regeerperiode van Jezus/Yeshua zal heel wat teweegbrengen op
aarde. Heerlijke voorzeggingen zijn daarover gedaan door de profeten.
Profetieën die we niet moeten vergeestelijken, maar die werkelijk vervuld
zullen worden bij Zijn komst. Het is
bedroevend, armzalig en teleurstellend deze prachtige voorzeggingen geestelijk
toe te passen op de Kerk, of geloof hechten aan de idiote visie van preteristen
alsof we nu al in het Duizendjarig Rijk zouden leven. Wat is het toch
belangrijk dat de gelovigen een goed zicht hebben op het profetisch Woord van
God!
In
de tijd dat Jezus/Yeshua met Zijn discipelen op aarde wandelde, en hen
onderwees, heeft Hij hen aangezegd wat er zou gaan gebeuren. Over het grote
verlossingsproces heeft Hij hen volledig ingelicht. Hij sprak van Zijn lijden,
van Zijn dood, van de haat van het Sanhedrin, maar bovenal van de opstanding.
Is het niet bijzonder dat juist in onze tijd, waarin
de voorbereidingen voor de bouw van de Derde Tempel
in volle gang zijn, ook
het Sanhedrin weer op het wereldtoneel is verschenen? Dat is gebeurd op 13
oktober 2004, de 28ste dag van de Joodse maand Tishrei, in de stad
Tiberias aan het meer van Galilea.
Het Sanhedrin is vooral bekend vanuit Jezus/Yeshua’s tijd. Met Zijn
triomfale intocht in Jeruzalem bracht Jezus/Yeshua veel beroering teweeg onder
de opperpriester en de andere religieuze autoriteiten. Zijn zuivering van de
Tempel van kooplieden, geldwisselaars etc., was een uitdaging aan het gezag van
het Sanhedrin, die toestemden in de handel en daarvoor provisie ontvingen.
Marcus en Matthéüs beschrijven hoe Jezus/Yeshua aan de vooravond van het Joodse
paasfeest werd gearresteerd en ’s nachts voor de hogepriester en het volledige
Sanhedrin, werd geleid.
2 Korinthiërs 13:1
“Dit is nu de derde maal, dat ik tot u kom: op de verklaring van twee getuigen
of van drie zal ieder zaal vaststaan.”
Sommige ‘valse getuigen’ zeiden dat Hij zich tegen de Tempel had
uitgesproken, maar zelfs hun verklaringen waren niet eensluidend. Het proces
zou dus als een nachtkaars hebben kunnen uitgaan als de hogepriester niet
gekomen was met een vraag waar het hele evangelie van Marcus om draait:
Marcus 14:61-62 “
Zijt Gij de Christus, de Zoon van de gezegende? En Jezus zeide: Ik ben het, en
gij zult de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der Macht en
komende met de wolken des hemels.
Deze uitspraak werd beschouwd als een godslastering en alle
priesters waren het er over eens dat Hij ‘de dood verdiende’. De aanklagers
verklaarden Hem schuldig aan godslastering maar niets van wat Hij gezegd of
gedaan heeft kon echter volgens de Joodse wet als godslastering worden
uitgelegd.
Het Sanhedrin was totaal verblind; het godsdienstig vertoon was
slechts vorm. Zij hielden het volk in een ijzeren harnas van een
vormengodsdienst. Jezus/Yeshua bestreed dit bedrog, de schijnheiligheid,
machtsmisbruik en wreedheid en gebruikte duidelijke taal om Zijn misnoegen
kenbaar te maken over de Farizeeën, de Sadduceeën en de Schriftgeleerden. Hij
maakte ze uit voor huichelaars, blinde wegwijzers, uitzuigers, slangen en
adderengebroed. Hij vergelijkt ze met rottende resten van een kadaver. Na een
tweede zitting van het Sanhedrin werd Jezus voor Pontius Pilatus geleid.
Jezus/Yeshua
voor het Sanhedrin
Toen al heeft Jezus/Yeshua de kop van satan vermorzeld en zijn
alle vernietigende krachten aan Hem onderworpen:
Colossenzen 2 : 15 “Hij heeft de
overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen
gezegevierd.”
Zo
zeker Hij eerst gesproken heeft van Zijn lijden en overwinning, zo heeft Hij
ook gesproken over Zijn toekomstig Koningschap. Het eeuwig Koninkrijk onder
leiding van Jezus/Yeshua is zeker, en nu is het van belang om na te gaan, wie
mede met Hem de aarde zullen beërven:
Matthéüs 5:3-4-5 en 10 “Zalig de
armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Zalig die treuren, want zij
zullen vertroost worden. Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde
beërven. Zalig de vervolgden om der
gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.”
Het
Duizendjarig rijk is voor de ware gelovigen door de eeuwen heen de hoop geweest
dat zij eens met Jezus/Yeshua verenigd zouden worden en samen met Hem te mogen
regeren. Er zijn altijd mensen geweest, die op God vertrouwden, maar vooral,
die deze geloofsverwachting hebben uitgesproken en doorgegeven aan de
navolgende geslachten.
Vanaf
oude tijden is er verschil geweest tussen het Joodse volk en de anderen
volkeren. Het grote verschil bestond in de godsdienst. Door het geloof dat Abram
in God had, plaatste God hem in een bijzondere positie. Deze Abram heeft
God tot een kanaal van Zijn zegen gemaakt. In Abraham volgde ook zijn
nageslacht, wat een bijzondere plaats innam om als een priesterlijk geslacht
het getuigenis van God uit te dragen, wat tot een climax kwam in de Ware
Hogepriester, Jezus/Yeshua. Deze bijzondere positie van het Joodse volk hield
echter niet in, dat andere volkeren van deze Godsopenbaring waren
buitengesloten. We vinden dit bevestigd, wanneer de kinderen van Israël in hun land zijn aangekomen na hun vertrek uit
Egypte. Bij de instelling van de wetten worden de vreemdelingen zeer beslist
hun rechten toegezegd:
Leviticus 19:10 “Ook zult gij uw
wijngaard niet afzoeken en het afgevallene van uw wijngaard niet oplezen; dit zult
gij voor de armen en de vreemdelingen laten liggen: Ik ben de Here, uw God.”
Leviticus 19:34 “Als een onder u
geboren Israëliet zal u de vreemdeling gelden, die bij u vertoeft; gij zult hem
liefhebben als uzelf, want gij zijt vreemdeling geweest in het land Egypte: Ik
ben de Here, uw God.”
De
vreemdeling had dus ook recht van leven, want we lezen ook dat zij delen in de
stoffelijke zegeningen:
Numeri 15:15 “…wat de gemeente
betreft, éénzelfde inzetting zal gelden zowel voor u als voor de vreemdeling
die bij u vertoeft; een altoosdurende inzetting zal het zijn voor uw
geslachten: gij en de vreemdeling zullen voor de Here gelijk zijn.”
Deze
vreemdelingen uit de heidenen delen dus ook in de geestelijke zegen van Israël.
De deur van Gods genade heeft altijd opengestaan voor het Joodse volk, maar ook
voor de vreemdelingen uit de heidense volken die vanwege Gods genade mochten
meedelen in het verlossingsplan en daardoor mede-erfgenamen zijn geworden. Dat
de heidenen ook zouden delen in de zegeningen van de Verlosser is reeds door
Jesaja voorzegd:
Jesaja 42:1 “Zie, mijn knecht, die
Ik ondersteun; mijn uitverkorene, in wie Ik een welbehagen heb. Ik heb mijn
Geest op hem gelegd: hij zal de volken het recht openbaren.”
In
Johannes 10 heeft Jezus/Yeshua gesproken, dat Hij de Goede Herder was, en dat
Hij Zijn leven zou geven voor Zijn schapen. Het is bekend dat Hij sprak van de
verloren schapen van het huis Israëls. Hij was gekomen om ze wederom te
verzamelen:
Johannes 10:16 “Nog andere schapen
heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar
mijn stem horen en het zal worden één kudde, één herder.”
Jezus/Yeshua
heeft Zijn schapen een vette weide toegezegd, zoals we lezen in Johannes 10:9.
De dag nu dat alle schapen van de Goede Herder verzameld zullen zijn, is nog
toekomst. De schapen uit het Joodse volk en uit de heidenen wachten nog op de
openbaring van deze toekomstige heerlijkheid. In deze toekomstverwachting
moeten we toch leven, omdat het in de Bijbel is vastgelegd. Zo voorzegt Jesaja
het geweldige uitzicht dat alle gelovigen van alle eeuwen hebben:
Jesaja 52:7 “Hoe liefelijk zijn op
de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede
boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.”
Jesaja
spreekt van een wonderbare toekomst, en dat hij ook aangeeft, hoe de
levensomstandigheden zullen zijn. De wereld zal gaan ervaren hoe God het
werkelijk bedoeld heeft, hoe de mensheid behoort te leven in harmonie met zijn
Schepper en met elkaar. In die tijd zal alles hersteld
worden naar de wil van God. Er zal sprake zijn van een herschepping, van
een herstel dat zich geleidelijk aan zal voltrekken. De aarde zal vol zijn van de
kennis des Heren:
Jesaja 11:9-10 “Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn
heilige berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des Heren, zoals de wateren
de bodem der zee bedekken. En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de
wortel van Isaï zullen zoeken, die zal staan als een banier der natiën, en zijn
rustplaats zal heerlijk zijn.”
Habakuk 2:14 “Want de aarde zal vol worden van de kennis van des Heren
heerlijkheid, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken.”
Straks
zal Jezus/Yeshua openlijk en zichtbaar voor allen verschijnen. Zoals Hij ten
hemel voer op de wolken, zo zal Hij ook weer terugkeren. Tijdens deze periode
zullen de volkeren op aarde worden geregeerd vanuit Jeruzalem. De Bijbelse
profeten zeggen dat de volkeren deel zullen hebben aan het vrederijk. Zij
zullen onderdanen zijn van de Messias.
Jesaja 2:2 t/m5 “En het zal
geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis des Heren
vaststaan als de hoogste der bergen en hij zal verheven zijn boven de heuvelen.
En alle volkeren zullen derwaarts heenstromen en vele natiën zullen optrekken
en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de
God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden
bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem.
En Hij zal richten tussen volk en volk en rechtspreken over machtige natiën.
Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot
snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij
zullen de oorlog niet meer leren…”
De
gedenkwaardige woorden: “Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en
hun speren tot snoeimessen” zijn ook gebeiteld in een granieten gedenksteen in
het hoofdkwartier van de Verenigde Naties. Er staat echter niet bij dat van
Sion het woord van de Heer zal uitgaan. Bovendien meet
deze organisatie zich hiermee de rol toe die Jezus/Yeshua zal bewerken. We zien
hierin de arrogantie van door satan bestuurde menselijke organisaties
en de uitkomst zien we als gelovigen in hun houding ten aanzien van Israël, dat
Gods oogappel is. We zien dat satan de Bijbel gebruikt waardoor veel mensen
zich een rad voor de ogen laten draaien. Dat deed satan al in het Paradijs toen
hij Eva aansprak, maar ook toen hij Jezus/Yeshua verzocht in de woestijn. In
onze tijd gebruikt hij bijvoorbeeld het teken van de regenboog en het Bijbelse
begrip vrede voor zijn ideologieën.
Grote rol voor Israël in het vrederijk
Voor
Israël is een grote rol weggelegd in het Vrederijk. De profeten openbaren dat
Israël een cruciale rol zal spelen. Als uitverkoren volk krijgt Israël de taak
het evangelie over de gehele wereld te verkondigen.
Romeinen 11:11-12 “Ik vraag dan: zij
zijn toch niet zo gestruikeld, dat zij wel vallen moesten? Volstrekt niet! Door
hun val is het heil tot de heidenen gekomen, om hen tot naijver op te wekken. Betekent nu hun val rijkdom voor de wereld en hun
tekort rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid!”
Hosea 2:18-19 “Ik zal
u Mij tot bruid werven voor eeuwig: Ik zal u Mij tot bruid werven door
gerechtigheid en recht, door goedertierenheid en ontferming; Ik zal u Mij tot
bruid werven door trouw; en gij zult de Here kennen.”
Jesaja 10:20 “En het
zal te dien dage geschieden, dat de rest van Israël en wat van Jakobs huis
ontkomen is, niet langer zullen steunen op hem die ze sloeg, maar in waarheid
steunen zullen op de Here, de Heilige Israëls.”
Jesaja 65:23 “Zij zullen niet tevergeefs zwoegen en geen
kinderen voortbrengen tot een vroegtijdige dood, want zij zullen een door de
Here gezegend geslacht zijn, en hun nakomelingen met hen. En het zal
geschieden, dat Ik antwoorden zal, voordat zij roepen; terwijl zij nog spreken
zal Ik verhoren.”
Het
is opvallend dat er kerken/christenen zijn die zeggen ,,niets te hebben met Israël.” Hun Heiland had er alles mee. Zijn
laatste woorden gingen over de toekomst van dit volk. Hij komt terug om Israël
te zegenen. Natuurlijk zegent Hij ook de gelovigen uit de volkeren.
Er
zijn talrijke profetieën in het Oude testament, die het Messiaanse rijk
beschrijven als een heerlijke en glorieuze periode. Er zal overal vrede
heersen.
Jesaja 32:1t/m5
“Zie een koning zal regeren in gerechtigheid en vorsten zullen heersen naar het
recht; en ieder van hen zal zijn als een beschutting tegen de wind en als een
toevlucht tegen de stortbui, als waterstromen in een dorre streek, als de
schaduw van een machtige rots in een dorstig land. Dan zullen de ogen der
zienden niet meer verblind zijn en de oren der horenden zullen opmerken; het
hart der onbezonnenen zal inzicht en kennis verkrijgen, en de tong der
stamerlaars zal in staat zijn duidelijk te spreken. Dan zal een dwaas niet meer
edel genoemd en de bedrieger niet meer aanzienlijk heten.”
De
profeet Ezechiël verteld dat er een beek zal stromen vanuit de tempel,
oostwaarts naar de Dode Zee en dat het water gezond zal zijn zodat het er zal
wemelen van allerlei soorten vis:
Ezechiël: 47-10 “Vissers zullen
erlangs staan van Engedi tot En-Eglaïm, het zal een plaats zijn om de netten
uit te spreiden, en de vissen erin zullen van allerlei soort zijn, zoals de
vissen van de grote zee, zeer talrijk.”
Ook
vertelt Ezechiël dat er aan beide zijden van deze beek vruchtbomen zullen
staan, waarvan het loof niet verwelkt en de vrucht niet opraakt; elke maand
zullen zij vrucht dragen, omdat het water uit het heiligdom komt; hun vruchten
zullen tot spijze zijn en hun loof tot geneesmiddel.
Woestijnen
zullen veranderen in vruchtbare akkers. Gebieden die thans gebukt gaan onder
tropische hitte, zullen veranderen in vruchtbare streken. Ook de kou zal
verdwijnen. De hele aarde zal vruchtbaar worden. Het zal gaan om een
langdurige, vreedzame periode:
Jesaja 35:5-6 “Dan zullen de ogen
der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden; dan zal de lamme
springen als een hert en de tong van de stomme zal jubelen; want in de woestijn
zullen wateren ontspringen en beken in de steppe…”
Psalm 146:8 “…de Here maakt de blinden ziende, de Here richt de gebogenen op, de Here heeft de rechtvaardigen lief…”
Matthéüs 11:5 “… blinden worden ziende en lammen wandelen,
melaatsen worden gereinigd en doven horen en doden worden opgewekt en armen
ontvangen het evangelie.”
Ziekte
zal zijn uitgebannen:
Jesaja 33:24 “En
geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek”
Jesaja 65:19-20 “En daarin zal niet
meer gehoord worden het geluid van geween of van geschreeuw. Daar zal niet
langer een zuigeling zijn, die slechts weinige dagen leeft, noch een grijsaard,
die zijn dagen niet voleindigt, want de jongeling zal als honderdjarige
sterven….want als de levensduur der bomen zal de leeftijd van mijn volk zijn…”
De volken zullen door de gerichten sterk zijn uitgedund en
het oppervlak van de aarde zal drastisch gewijzigd zijn. Het “zevenvoudig”
effect van de zon en rijke oogsten wijzen op ingrijpende klimatologische
veranderingen. Het gewas zal zich vermeerderen en de volken zullen zich
verblijden. Jezus/Yeshua zal rechtspreken over de volken en tussen volken die geschillen
hebben, dus geen armzalige vertoningen meer in de Verenigde
Naties en geen invloed meer van islamitische
dictaturen tegen Israël.
Door
de gezegende toestanden zal de levensduur van de mensen zijn als de levensduur
van de bomen. Het doet denken aan de leeftijden van de oudvaders van voor de
zondvloed zoals Jered (962) Methusalah (969) en Lamech (777). De dood wordt
uitgesteld maar niet totaal overwonnen. Uiteindelijk wordt de dood als laatste
vijand teniet gedaan:
Jesaja 25: 8-9 “Hij zal voor eeuwig de
dood vernietigen, en de Here Here zal de tranen van alle aangezichten afwissen
en de smaad van zijn volk zal Hij van de gehele aarde verwijderen, want de Here
heeft het gesproken. En men zal te dien dage zeggen:
Zie, deze is onze God, van wie wij hoopten, dat Hij ons zou verlossen; dit is
de Here, op wie wij hoopten; laten wij juichen en ons verblijden over de
verlossing die Hij geeft.”
1 Corinthiërs 15:26 “De laatste
vijand, die onttroond wordt, is de dood…”
2 Timotheüs 1:10 “… doch die nu geopenbaard is door de
verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood van zijn kracht
heeft beroofd en onvergankelijk leven aan het licht gebracht heeft door het
evangelie.”
Het
dierenleven zal een zodanige verandering ondergaan, dat alles in volkomen harmonie
met elkaar zal omgaan:
Jesaja 11:6-7-8 “Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en
de panter zoch nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het
mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; de koe en de
berin zullen samen weiden, haar jongen zullen tezamen nederliggen, en de leeuw
zal stro eten als een rund; dan zal een zuigeling bij het hol van een adder
spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind zijn hand
uitstrekken.”
Het duizendjarige rijk
zal een tijd van ongekende welvaart zijn. Men zal bouwen, planten, zaaien en
oogsten. Er zal een ongekende overvloed zijn in de natuur, de bergen zullen
“druipen van jonge wijn”:
Amos 9:13 “Zie, de dagen komen,
luidt het woord des Heren, dat de ploeger zich aansluit bij de maaier en de
druiventreder bij hem die het zaad strooit; dan zullen de bergen druipen van
jonge wijn en al de heuvelen daarvan overvloeien.”
Jesaja 35:1 “De woestijn
en het dorre land zullen zich verblijden, de steppe zal juichen en bloeien als
een narcis; zij zal welig bloeien en juichen, ja, juichen en jubelen.”
Voor
dieren en mensen zal het een zeldzame tijd zijn, maar ook voor de aarde zelf,
want al wat er groeit zal de heerlijkheid van haar Koning uitstralen. Jeruzalem
zal weer het godsdienstig centrum worden, de “navel der aarde”. Daar zal het
grote feest zijn dat God zich zal verheugen en verblijden over Zijn volk. De
verwoester is door Jezus/Yeshua overmeesterd. Het Duizendjarig Rijk vormt het
sluitstuk van heel het verlossingswerk van Jezus/Yeshua. Dan zal de
heerlijkheid van Hem ten volle geopenbaard worden. Zijn rijk zal de hele aarde
omspannen.
Terug
naar: Inhoud