Sodom en Gomorra
Door:
Franklin ter Horst (Aangemaakt: 8 januari 2019) (Laatse bewerking: 31 juli
2020)
Het verhaal begint met Abraham die, terwijl hij in de opening van zijn tent zit, plotseling drie mannen, twee engelen en eveneens God in de vorm van een menselijke bezoeker op zich af zag komen.
Genesis 18:1-2 “En de Here verscheen aan hem bij de terebinten van Mamre, terwijl hij op het heetst van de dag in de ingang der tent zat.
God kondigt hem aan dat Sara spoedig een zoon zal baren, en dat Hij de twee steden Sodom en Gomorra vanwege de daar heersende schandelijke lusten zal vernietigen. Maar omdat Lot, de neef van Abraham, met zijn vrouw en twee dochters in Sodom woont, houdt Abraham een pleidooi om vergiffenis aan de stad te schenken wanneer er vijftig rechtvaardigen in de stad te vinden zijn:
Genesis 18:23-24 “En Abraham trad nader en zeide: Zult Gij dan de rechtvaardige met de
goddeloze verdelgen? Misschien zullen er vijftig rechtvaardigen in de stad
zijn; zult Gij haar dan verdelgen, en aan de plaats geen vergiffenis schenken
ter wille van de vijftig rechtvaardigen, die in haar zijn?”
God gaat vervolgens in op Abrahams verzoek:
Genesis 18:26 “En de Here zeide: Indien Ik
te Sodom vijftig rechtvaardigen in de stad vind, zal Ik de gehele plaats
vergiffenis schenken om hunnentwil.”
Abraham nam opnieuw het woord:
Genesis 18:28 “Misschien ontbreken er aan de vijftig rechtvaardigen vijf; zult Gij dan
om die vijf de gehele stad verwoesten? En Hij zeide: Ik zal haar niet
verwoesten, indien Ik er vijfenveertig vind.”
Abraham
ging verder en zei: misschien worden er daar maar veertig gevonden, waarop God
zegt: Ik zal het niet doen ter wille van de veertig. Ondanks dat hij
bang is dat God toornig op hem zal worden, zegt hij, maar misschien worden er
maar dertig gevonden. Waarop Gods reactie is dat Hij ook dan clementie met de
bewoners zal hebben. Maar zegt Abraham, stel dat er maar twintig rechtvaardigen
te vinden zijn waarop God opnieuw beloofd de stad te laten voortbestaan.
Abraham probeert het nog een keer en vraagt wat God gaat doen wanneer er maar
tien te vinden zijn, waarop God antwoord de stad niet te zullen verwoesten
wanneer Hij daar maar tien rechtvaardigen vind.
Genesis 19 maakt
duidelijk dat Lot de twee engelen- die in de avond in Sodom
aankwamen- tegemoet ging en ze uitnodigde de intrek in zijn huis te nemen:
Genesis 19: 2 “Zie
toch, mijne heren, neemt toch uw intrek in het huis van uw knecht, overnacht en
wast uw voeten, dan kunt gij morgenvroeg uws weegs gaan.”
Zij gaven echter als antwoord dat zij de nacht op het plein
wilden doorbrengen, maar na lang aandringen van Lot besloten zij toch op zijn
verzoek in te gaan:
Genesis 19: 3-4
“Toen hij (Lot) echter sterk bij hen aandrong, namen zij bij hem hun intrek en
kwamen in zijn huis; en hij bereidde voor hen een maaltijd en bakte ongezuurde
koeken, en zij aten. Zij hadden zich nog niet ter ruste gelegd, of de mannen
der stad, de mannen van Sodom, omsingelden het huis, van jong tot oud, de
gehele bevolking, niemand uitgezonderd, en zij riepen
Lot toe en zeiden tot hem: Waar zijn de mannen, die vannacht bij u gekomen
zijn? Breng hen bij ons buiten, opdat wij met hen gemeenschap hebben.”
Let op hoe deze tekst heel sterk benadrukt dat het hier niet om een enkeling ging maar om de hele bevolking. De hele moraal in Sodom en Gomorra was in alle onderdelen door en door verdorven. Het onzedelijk gedrag in de beide steden was niet incidenteel, maar voortdurend. De inwoners waren ‘verslaafd’ aan de zonde. Het oordeel over hen was onomkeerbaar. God stelt de bewoners van deze steden als voorbeeld voor hen die goddeloos leven:
2 Petrus 2:6 “…en
de steden Sodom en Gomorra tot as verbrand, tot omkering gedoemd en ten
voorbeeld gesteld heeft voor hen, die goddeloos zouden leven…”
Judas 1:7 “…zoals
Sodom en Gomorra en de steden in hun nabijheid, die op gelijke wijze als genen
haar hoererij hebben botgevierd en ander vlees achternagelopen zijn, daar
liggen als voorbeeld, onder een straf van eeuwig vuur.”
Jesaja 3:9 “Hun
partijdigheid getuigt tegen hen en hun zonde verkondigen zij onverholen evenals
Sodom. Wee hun, want zij berokkenen zichzelf onheil.”
In de beide steden was iedereen aangestoken door het verdorven
denken en hadden zich overgegeven aan schandelijke lusten. Hun zondige gedrag
was de normaalste zaak van de wereld. Terwijl Lot de gastvrijheid en
bescherming van zijn huis met hen deelt, eisen de mannen van Sodom dat hij de
engelen, waarvan zij denken dat het gewone mannen zijn, aan hen overlevert
zodat zij deze engelen voor hun seksuele perversiteiten kunnen gebruiken. Lot bood hen vervolgens zijn twee dochters aan:
Genesis 19: 8-9
“Mijn broeders, doet toch geen kwaad, zie toch, ik heb twee dochters, die met
geen man gemeenschap hebben gehad; laat mij die tot u naar buiten brengen en
doet met haar, zoals goed is in uw ogen; alleen doet deze mannen niets, want
daartoe zijn zij onder de schaduw van mijn dak gekomen. Maar zij zeiden: Ga op
zij! En zij zeiden: Deze ene is als vreemdeling komen vertoeven om ons geheel
en al de wet te stellen! Nu zullen wij u meer kwaad doen dan hun. En zij
drongen sterk op tegen de man, tegen Lot, en kwamen naderbij om de deur open te
breken.
De twee engelen staken hun hand uit, en trokken Lot tot zich naar
binnen en sloten de deur. Vervolgens sloegen zij de lieden die bij de ingang
van het huis van Lot waren, met blindheid, van klein tot groot, zodat zij zich
tevergeefs moeite gaven om de ingang te vinden. Vervolgens stellen ze Lot de
vraag:
Genesis 19:12-14
“Wie hebt gij hier nog meer? Schoonzoons, of uw zonen, uw dochters, of wie gij
ook in de stad hebt, voer hen uit deze plaats, want wij gaan deze plaats
verwoesten; want groot is het geroep over haar voor de Here; daarom heeft de
Here ons gezonden om haar te verwoesten. Toen ging Lot heen en sprak tot zijn
schoonzoons, die met zijn dochters zouden trouwen, en zeide: Staat op, verlaat
deze plaats, want de Here gaat de stad verwoesten. Maar hij was in de ogen van
zijn schoonzoons als iemand, die schertste.”
De schoonzoons geloofden hem niet. De volgende dag drongen de
engelen er bij Lot op aan zijn vrouw en beide dochters te nemen en te
vertrekken om niet het risico te lopen met de stad verdelgd te worden:
Genesis 19:16-17
“En toen hij talmde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn beide dochters
bij de hand, omdat de Here hem wilde sparen, en leidden hem uit en brachten hem
buiten de stad. En zodra zij hen naar buiten geleid hadden, zeide een van hen:
Vlucht om uws levens wil; zie niet om, en sta nergens in de Streek stil; vlucht
naar het gebergte, opdat gij niet verdelgd wordt.”
Lot zag de vlucht naar de bergen kennelijk niet zitten en zei:
Genesis 19:18-19-20
“Neen toch, mijn heer. Zie toch, uw knecht heeft genade gevonden
in uw ogen, en gij hebt mij een grote weldaad bewezen door mij in het leven te
behouden, maar ik zal niet naar het gebergte kunnen ontkomen, zonder dat het
onheil mij achterhaalt en ik sterf. Zie toch, gindse stad is dicht genoeg bij
om daarheen de wijk te nemen; zij is maar klein; laat mij toch daarheen
vluchten; zij is immers klein? Dan zal ik in het leven blijven.”
Waar Lot op doelde was de plaats Soar en daar vluchtte hij met
zijn vrouw en dochters naar toe. Zij kregen de waarschuwing mee toch vooral
niet achterom te kijken, maar Lots vrouw negeerde dit advies, keek achterom, en
werd een zoutpilaar.
Genesis 19:24-25
“Toen liet de Here zwavel en vuur op Sodom en Gomorra regenen, van de Here, uit
de hemel; en Hij keerde die steden om, benevens de
gehele Streek, met al de inwoners der steden en het gewas van de aardbodem.”
Lot vlucht met zijn
vrouw en dochters uit Sodom. De vernietiging van Sodom en Gomorra
door
John Martin, 1852.Wikimedia Commons.
Opmerkelijk is dat de hele streek werd verwoest maar dat de
plaats Soar aan deze verwoesting blijkt te zijn ontkomen omdat Lot daar
bescherming vond.
Ook
Abraham was getuige van het ontzagwekkende oordeel van God over mensen die zich
met sodomie bezig hielden om zo de toekomstige generaties te waarschuwen voor
de verschrikkelijke gevolgen van deze zonde:
Genesis 19: 27-29 “Toen Abraham zich vroeg in
de morgen begaf naar de plaats, waar hij voor de Here gestaan had, en uitzag in de richting van Sodom en Gomorra en het gehele
land van de Streek, zag hij, en zie, de rook van de aarde steeg op als de rook
van een smeltoven. Toen God de steden der Streek verwoestte, gedacht God
Abraham, en Hij leidde Lot uit het midden der omkering, toen Hij de steden
waarin Lot gewoond had, omkeerde.”
Dat de omgeving waar de verwoesting heeft plaatsgevonden,
bijzonder vruchtbaar moet zijn geweest bewijzen sporen van levensmiddelen,
zoals tarwe, gerst, dadels, pruimen, perziken, druiven, vijgen, pistachenoten,
amandelen, olijven, pijnboompitten, linzen, kikkererwten, pompoenen, lijn zaad
en watermeloenen. Dat Abrahams neef Lot dit gebied uitkoos om er te gaan wonen,
was dus zo vreemd nog niet. Na de twist tussen de herders van Abrahams vee en
de herders van Lots vee, kreeg Lot van Abraham de vrijheid zich een streek uit
te kiezen wat hij maar wenste:
Genesis 13:10 “Toen sloeg Lot zijn ogen op en zag, dat de
gehele streek van de Jordaan rijk aan water was; voordat de Here Sodom en
Gomorra verwoest had, was zij tot Soar toe als de hof des Heren, als het land
Egypte.”
De discussies tussen de verschillende mogelijke plekken voor Sodom
en Gomorra zijn al decennia bezig maar kreeg nieuw leven nadat een
multidisciplinair team van wetenschappers, waaronder professor Steven Collins in 2006 begon met opgravingen in het gebied Tall el-Hammam in
Jordanië. Collins is professor archeologie aan de Trinity Southwest
Universiteit in de Amerikaanse staat New-Mexico. Daarnaast is hij decaan aan
het 'College of Archaeology & Biblical History'.Volgens Collins zijn de
eerdere theorieën over locaties van de steden te wijten aan ongefundeerde
theorieën. Ook komen de locaties niet overeen met punten die beschreven staan
in de Bijbel. Een zuidelijke locatie van Sodom en Gomorra zou bovendien ook erg
onlogisch zijn. Collins: "Verdere
data heeft weerlegd dat Sodom ten zuiden van de Dode Zee zou liggen. Dit gebied
is een dor woestijnland en is nooit een mooi, paradijselijk gebied geweest. Het
is dan ook niet aannemelijk dat Lot deze plek uitkoos om te wonen terwijl de
Bijbel schrijft over een vruchtbare plek."
Het onderzoeksgebied van Collins en zijn groep bevindt zich aan de
noordkant van de Dode Zee. De steden, die door God werden verwoest door zwavel
en vuur, zouden volgens eerdere theorieën onder of ten zuiden van de Dode Zee
moeten liggen, maar volgens professor Collins zijn er sterkere aanwijzingen en
bewijzen dat de steden Sodom en Gomorra meer naar het noorden hebben gelegen.
Inmiddels zijn er in de noordelijke locatie
ruïnes en artefacten ontdekt en zijn er verrassende ontdekkingen gedaan
waaronder verschillende muren, vestingwerken en torens. In het tijdschrift Popular Archaeology
meldt Collins een aantal opmerkelijke bevindingen en bewijzen van de
opgravingen in de afgelopen jaren. Het opgravinggebied heeft 25 geografische
aanwijzingen die overeenkomen met de beschrijvingen van Sodom en Gomorra in
Genesis. De studie heeft verder uitgewezen dat er
ter plaatse ten minste 3000 jaar lang
onophoudelijk bloeiende beschavingen hebben bestaan, die plotseling ten onder
zijn gegaan. Scherven van pottenbakkers hebben zulke hoge temperaturen te
verduren gekregen waardoor ze zijn verglaast.
De eerder genoemde plaats Tall el-Hammam voldoet volgens Collins
aan alle Sodom-criteria die in de Bijbel wordt beschreven. De vondst van
potten, architectuur en vernietigingslagen komt overeen met het tijdsframe. Dat
houdt in dat de voorwerpen die men verwachtte daar te vinden ook gevonden
werden. Tevens zijn ook veel goed bewaard gebleven
graven gevonden met overblijfselen van skeletten die
een snelle, gewelddadige dood moeten zijn gestorven
Het aantal lichamen dat in de ruïnes ligt begraven, wordt geschat op zo’n 1.5
miljoen. Dit enorme aantal is nog een aanwijzing dat het een welgesteld
dichtbevolkt stedelijk gebied moet zijn geweest. Ook
zijn er aanwijzingen dat het gebied daarna 700 jaar onbewoond is gebleven.
Volgens geanalyseerde
archeologische gegevens kan de ramp van Bijbelse proporties worden
verklaard door een enorme explosie met ‘hoge-hitte’ waarbij een gebied van
“ongeveer 500 km2 is verwoest. Het onderzoek heeft
uitgewezen dat de vernietiging van Tall el-Hammam (Sodom), maar ook Gomorra en
de andere steden in de regio van de Dode-zee hoogstwaarschijnlijk is
veroorzaakt door een meteorietische explosie in de lucht waarbij de steden een abrupt einde hebben gevonden.
De explosie zou een gewelddadige vuurzee
hebben veroorzaakt waarbij alle beschavingen in het
getroffen gebied zijn weggevaagd. Hierbij zouden tussen de 40.000 tot 65.000
mensen om het leven zijn gekomen. Tegelijkertijd veroorzaakte de neerslag van
de explosie verschroeiende hete, sterke winden, die een regen van minerale
korrels deponeerden, die op het aardewerk in Tall el-Hammam zijn gevonden.
Evenzo zou de vruchtbare grond door de hoge hitte van voedingsstoffen zijn
ontdaan en zouden de golven van het zouthoudende water van de Dode Zee op
tsunami-achtige wijze de omgeving hebben overspoeld. Zie
ook deze video.
Archeoloog
Paul Lapp vond in de zestiger jaren als eerste de
resten van een stad aan de Dode zee, en in de zeventiger jaren werden nog vier
stadruïnes in die omgeving gevonden.
Lucas 17:29-30
“Maar op de dag, waarop Lot uit Sodom ging, regende vuur en zwavel van de
hemel en verdelgde hen allen. Op dezelfde wijze zal het gaan op de dag, waarop
de Zoon des mensen geopenbaard wordt.”
Gezien de onderzoeksresultaten lijkt het er dus op dat een
meteoorontploffing de goddelijke oorzaak is geweest van de verwoesting van de
steden Sodom en Gomorra zoals is in de Bijbel beschreven.
Terug
naar: Inhoud