Slachtoffer
Palestijnse terreur aan het woord
Door: Adi Moses (2 augustus 2013) (Laatste bewerking: 22 maart 2016)
Wat voor de Israëlische burgers steeds opnieuw een
hartverscheurende gebeurtenis is, is de door Barack Hoessein Obama gedwongen
vrijlating van moordenaars met het bloed aan hun handen van onschuldige
Israëlische burgers. Het vrijlaten van gevangenen is in Israël een omstreden
zaak, want het gaat vaak om tot levenslange gevangenisstraf veroordeelde
meervoudige moordenaars, die van Washington op vrije voeten moeten komen. Weigert
Israël dan dreigt de kliek in Washington met internationale isolatie. En zo
gaat Israël keer op keer akkoord met de vrijlating van terroristen en
massamoordenaars waarvoor de meesten tot levenslang zijn veroordeeld.Wanneer
dat tuig huiswaarts keert, staat een juichende menigte ze op te wachten en
worden ze door het PLO-terreurbewind triomfantelijk in Ramallah ontvangen en in
een officiële welkomstceremonie geprezen.
Zo werd als ‘gebaar van goede wil’ ook PLO- terrorist Daoud Adal Hassan Mahmad
één van die 104 pre-Oslo gevangenen op vrije voeten gesteld. Dit gebaar
was enkel bedoeld om terreurleider Abu Mazen weer aan de onderhandelingstafel
te krijgen. Tegenprestatie hoeft de bendeleider niet te leveren. Eén van
Mahmads slachtoffers is Adi Moses, die in 1987 een aanslag overleefde
toen de barbaar Mahmad een brandbom wierp naar de auto van de familie Moses.
Haar moeder Ofra
Moses die toen vijf
maanden zwanger was, en haar 5 jaar oude broertje Tal Moses
werden levend
verbrand. Adi Moses, toen amper 8 jaar oud, werd zelf ook
levensgevaarlijk verbrand en getekend voor het leven. Talloze operaties en
huidtransplantaties moeten haar leven draaglijk maken maar de aanslag heeft
haar leven voor altijd heeft verwoest. Hier haar verhaal;
Ik was 8 jaar toen dit gebeurde. Terwijl mijn vader me door
het zand rolde om mijn brandende lichaam te blussen, keek ik naar onze auto en
zag hoe mijn moeder voor mijn ogen verbrandde. Dit verhaal was nog niet ten
einde, op deze dag in het jaar 1987. Dit verhaal is het moeizame leven dat ik
sindsdien geleid heb.Ik ben nog steeds 8 jaar oud, in het ziekenhuis in
kritieke toestand. Schreeuwend van de pijn. Van boven tot beneden in verband
gewikkeld. En mijn hoofd is niet hetzelfde. Niet meer vol goud gekleurd lang
haar. Het hoofd is verbrand… Het gezicht, de rug, de armen en benen –
verbrand.Ik word omringd door familieleden, maar mijn moeder is niet bij me. Ze
omarmt en streelt me niet. Zij is niet diegene die mijn verband ververst. In de
kamer naast me ligt mijn broertje Tal. Schreeuwend van de pijn. Ik roep hem om
samen schaapjes met me te tellen, zodat hij in slaap kan vallen. Drie maanden
later overlijdt de kleine Tal aan zijn verwondingen. Ik zit, helemaal boven, in
verband op een stoel op de begraafplaats en kijkt toe hoe mijn kleine broer
wordt begraven.
Van links naar
rechts: Tal, Nir en Adi Moses enkele jaren
voor de aanslag
Ik mag vanwege mijn brandwonden al maandenlang niet in de zon,
zodat ik een lange broek en blouses met lange mouwen naar school draag. Ook in
juli en augustus. En onder mijn kleren draag ik nog een klein korset tegen
littekenvorming. Het is pijnlijk en heet en het jeukt.Nu ben ik 12 jaar oud.
Een andere operatie moet een litteken corrigeren, die een beperkt bewegen van
het been verhinderde. En daarna vier ik mijn bar mitswa . En mijn moeder is
niet bij het feest. Daarom huil ik ´s nachts zachtjes en schrijf ik haar.Ik
word ouder. Ik houd er niet van dat de mensen me op straat aanstaren, ik houd
er niet van wanneer de caissière in de supermarkt vraagt: “Och kind, wat is er
met jou gebeurd?” Ik houd er niet van dat ik van iedere blik en iedere vraag
moet huilen.Ik bereik de leeftijd van 14 jaar en ik woon nog steeds in Alfei
Menashe. Ik heb een vader, een oudere broer, vrienden, ik ben een goede
leerling. Maar ik heb ook vreselijke littekens. Ik heb geen moeder. Zo lag ik
op straat en zei tegen mezelf dat als er een auto aankomt moet er maar gebeuren
wat er gebeurt. Maar er gebeurt niets. Ik sta dus op en ga naar huis terug.
Al die jaren van het volwassen worden, gingen mijn vrienden
het liefst naar het strand. Maar ik ga niet, omdat ik littekens heb. Omdat ik
verbrand ben. En ik schaam me.Dan ben ik 18 jaar en ik wil graag het leger in,
maar dat lukt niet. Het leger weigert de verantwoordelijkheid voor mijn
littekens over te nemen. Dus help ik het leger als vrijwilliger en dien
anderhalf jaar.Na het leger studeerde ik voor mijn bachelor. Op het College heb
ik nieuwe mensen leren kennen, die me, uiteraard, vragen wat er met me gebeurd
is. Ik antwoordde: “Terreuraanslag”. En zij antwoordden steeds opnieuw: “Wow,
werkelijk? Ik dacht dat je als klein kind kokend water over je heen had
gekregen.”En de kleding? Lange mouwen werden vervangen door korte mouwen, maar
geen T-shirts, omdat ik een heel lelijk litteken onder mijn linker schouder
heb. Absoluut geen korte rokken of korte broeken – want ik heb lelijke
littekens op mijn benen.
Nu ben ik 34 jaar oud, net zo oud als mijn moeder op het
moment van de aanval. Vanaf nu zal ze altijd jonger zijn dan ik. En nog steeds beantwoord
ik minstens viermaal per week vragen over datgene wat er met me gebeurd is. En
vaak vraag ik me af of die kerel geen belangstelling voor me heeft alleen
vanwege de littekens. En ik moet altijd mijn littekens uitleggen en precies
vertellen hoe ik aan ze gekomen ben, voordat ik mij uitkleed voor een man.Ik
ben 34 jaar oud, maar de afgelopen dagen werd ik weer een 8-jarige, die naar de
brandende auto kijkt en wacht tot haar moeder er uit komt. Yitzchak Rabin, de
minister van Defensie op het moment van de aanval, beloofde mijn vader dat ze
de terrorist te pakken zouden krijgen. En dat deden ze. En ze veroordeelden
hem. Ze veroordeelden hem tot levenslang en nog eens 72 jaar gevangenisstraf.
En u, minister? Met één handbeweging besloot u hem vrij te laten.
Diegene, die dit alles veroorzaakt heeft. En u zult mij er niet van overtuigen
dat u mijn smart begrijpt, omdat u dat niet doet. Geen verklaringen, die
proberen rationeel te zijn, zullen helpen.U bent een harteloos wezen en
onbegrijpelijk. Met uw beslissing om de moordenaar vrij te laten, spuugt u op
de graven van mijn moeder en mijn broertje Tal. U wist dit verhaal uit de
geschiedenis van de staat Israël. En voor wat?Ik smeek u om hem te verwijderen
van de lijst met gevangenen die zullen worden vrijgelaten. Laat hem in de
gevangenis. Dat hij verrot zoals hij zou moeten verrotten. Steekt u niet weer
het vuur aan dat hij aanstak. Vernietigt u niet diegenen, die nog over zijn in
deze familie. Redt u ons. Want als hij vrijgelaten wordt, zullen mijn vader, broer
en ik niet meer in staat zijn te leven. Tevergeefs, de schurk is vrijgelaten,
omdat Barack Hussein Obama het zo heeft gedicteerd!
Terug naar: Inhoud