De wereld reageerde geschokt
toen tijdens de Olympische Spelen in München op 5 september1972 een bende gewapende
terroristen van de Zwarte September
(een onderdeel van Jasser Arafats Fatahbeweging) het Olympische dorp
binnenvielen en elf atleten van de Israëlische ploeg gijzelden. Uiteindelijk
vonden alle elf Israëliërs en een Duitse politieman de dood. Tijdens de
pogingen de atleten te bevrijden werden vijf van de acht terroristen eveneens
gedood. De drie terroristen
die het bloedbad overleefden werden later door Duitsland
vrijgelaten, na de kaping van een vliegtuig van Lufthansa. Op het bloedbad
volgde een reeks van Israëlische wraakacties, waarbij twee van de drie
overgebleven terroristen werden gedood.
De Israëlische slachtoffers in München
Na
onderdak te hebben gevonden bij de Duitse terreurgroep Rote Armee Fraktion,
klommen de terroristen gekleed in trainingspak over de omheining, bezetten het
complex waar de Israëlische atleten zich bevonden en gingen vervolgens op zoek
naar de slaapvertrekken van het Israëlisch Olympisch team. Worstelcoach Mosje
Weinberg werd hun eerste slachtoffer. Zijn lijk werd op straat gegooid. De
moordenaars verschansten zich vervolgens met negen gijzelaars in een kelder en
vermoorden het tweede slachtoffer de gewichtheffer Yosef Romano. Vervolgens
eisten ze de vrijlating van
Golda
Meir, de toenmalige premier van Israël, had via Bondskanselier Willy Brandt
laten weten dat Israël onder geen beding onderhandelde met terroristen. De bevrijdingsoperatie
die daar op volgde werd geleid door Manfred Schreiber. De Duitse politie was
echter totaal niet op voorbereid. In eerste instantie was het de bedoeling blok
31 van het Olympisch dorp te bestormen. Maar toen duidelijk werd dat de terroristen
doorkregen dat er iets stond te gebeuren werden de voorbereidingen afgeblazen.
De terroristen kregen vervolgens toestemming om samen met de gijzelaars naar
het militaire vliegveld Fürstenfeldbruck te vertrekken. Eerst per bus, daarna
per helikopter. Op Fürstenfeldbruck stond een vliegtuig klaar waarmee ze naar
Cairo zouden vliegen.
Duitse
commando’s ondernamen vervolgens een reddingspoging
maar verknoeiden de zaak hopeloos. De terroristen openden het vuur op de
politie en de gegijzelden en wierpen tevens een handgranaat in de helikopter
waarin de Israëlische atleten zich bevonden. Alle gegijzelden kwamen hierbij om
het leven. Vijf van de acht terroristen werden ook gedood. Direct na de
gijzeling werd het competitieprogramma van de Spelen opgeschort; dit was voor
het eerst in de geschiedenis van de moderne Olympische Spelen. Op 6 september
werd een herdenkingsceremonie gehouden in het Olympisch stadion, bijgewoond
door 3.000 atleten en zo'n 80.000 toeschouwers. Tijdens deze bijeenkomst kreeg
een familielid van een van de slachtoffers van het drama een hartaanval en
overleed. De Olympische vlag en vlaggen van deelnemende landen werden halfstok
gehangen. Tien Arabische landen echter protesteerden hiertegen en hun vlaggen
werden bijna meteen weer in top gehesen. IOC-voorzitter Avery
Brundage besloot - tot ontzetting van veel mensen in Israël en daarbuiten-
de Spelen gewoon door te laten gaan. Het Israëlische, Nederlandse, Noorse en
het Filippijnse team vertrokken daarop naar huis.
Er
waren na de mislukte bevrijdingsactie op Fürstenfeldbrück nog drie terroristen
in leven die vervolgens in hechtenis werden genomen. Het ging om: Mohammed
Safady, Jamal al-Gashey en diens oom Adnan. De hechtenis duurde echter maar 53
dagen want nadat op 29 oktober 1972 een vliegtuig van Lufthansa werd gekaapt en
de kapers de vrijlating eisten van de drie gevangen terroristen, gingen de
Duitse autoriteiten snel op deze eis in en zetten de drie op een vliegtuig naar
Libië, waar ze in de hoofdstad Tripoli als helden werden onthaald. De
Israëlische premier Golda Meir reageerde hierop door de Mossad opdracht te
geven elk lid van Zwarte September te liquideren. Deze operatie staat bekend
als de operatie ‘Wrath of God’ Toorn
van God. Er werd een militaire eenheid genaamd Caesarea, onder leiding van
Mossad-officier Michael 'Mike' Harari, belast met de uitvoering van de
liquidaties. Bij de liquidatie acties werden twee van de resterende terroristen
gedood op Jamal al-Gashey na die verschillende aanslagen op zijn leven wist te
overleven. Voor zover bekend zou hij ergens in Afrika ondergedoken zitten.
Abu
Daoud, ook gekend als Mohammed Daoud Odeh, was het kopstuk en meesterbrein
achter de gijzelingsactie in München. Hij was echter niet persoonlijk aanwezig
bij de terroristische actie, maar werkte achter de schermen. Op 27 juli 1981
pleegde de Mossad een aanslag op hem in een café in Warschau waarbij hij zwaar
gewond raakte. Hij stond in die tijd op de loonlijst van de Oost-Duitse Stasi
en genas onder bescherming van deze geheime dienst in Oost-Berlijn aan zijn
verwondingen. Van daaruit vluchtte hij vervolgens naar Damascus waar hij tot aan zijn dood ongestoord leefde in een
luxe appartement onder bescherming van de Syrische regering. Aan een door de
Duitse justitie uitgevaardigd uitleveringsbevel heeft Syrië nooit voldaan. De
Mossad heeft hem niet meer te pakken gekregen. Hij is uiteindelijk op 2 juli
2010 op 73-jarige leeftijd aan nierfalen overleden. Vlak voordat hij stierf zei
hij: ,,Ik kan niet meer vechten tegen
Israel, maar mijn kleinzoon zal dat doen, en zijn kleinzonen ook.”
Abu Daoud
Abu
Daoud, vertelde dat Abu Mazen (Mahmoud Abbas) de huidige leider van de “Bende
van Ramallah”, de fondsen had geregeld om de aanslag uit te kunnen uitvoeren.
De ervaringen van Daoud staan opgetekend in zijn autobiografie, "Palestine:
From Jeruzalem to Munich." Hierin noemt Daoud, Abu Mazen de financier
van onze operatie. Later ontkende hij echter dat Mazen iets geweten zou hebben
over de werkelijke bestemming van het geld. Maar deze uitspraak zal zonder
enige twijfel onder druk van hogerhand zijn gebeurt.
Een
toenmalig in Duitsland gestart onderzoek naar de verantwoordelijken achter de
aanslag, werd plotseling zonder opgaaf van reden gestaakt. Het enige wat de
Duitse regering hierover kwijt wilde was dat men om politieke reden afzag van
verder justitieel onderzoek. Dat had mogelijk te maken met het feit dat de
Duitse autoriteiten veel verweten kan worden. Volgens het blad Der Spiegel
waren ze namelijk al twee jaar tevoren gewaarschuwd voor een bloedbad. Maar de
West-Duitse politie moest onbewapend blijven, om de sfeer niet te bederven.
Veiligheidschef Ernst-Thomas Strecker vroeg om extra bewaking maar het Duitse
NOC vond dat het ‘niet op een concentratiekamp mocht lijken’.
Abu
Daoud vertelde in een interview m.b.t. de gijzelingsactie in München dat Jasser
Arafat en Abu Mazen hem geluk wensten en hem kusten toen hij vertrok om de
aanslag voor te bereiden. Mazen zei naar aanleiding van het overlijden van
Daoud: ,,Hij wordt gemist. Hij was een
van de leidende figuren van Fatah en leefde voor het verzet en zette zich oprecht
en ten koste van zijn eigen gezondheid in voor het heil van zijn volk.”
Abu
Daoud was niets anders dan een bloedige massamoordenaar die zijn sporen had
verdiend in het vermoorden van talloze onschuldige Joden. Israëlische dokters
behandelden in de laatste week van december
Abu
Daoud werd in 1937 geboren in Jeruzalem en woonde daar tot 1967, het jaar dat
Israël Samaria en Judea en het oostelijk deel van Jeruzalem heroverde op de
Jordaanse bezetters. Later sloot hij zich in Jordanië aan bij de PLO van Arafat
en was betrokken bij de opstand
tegen koning Hoessein.
Het Jordaanse leger nam Arafats bolwerken daarom onder vuur met
tanks, vliegtuigen en zware artillerie en joegen hem en zijn bende het land
uit. Zo verschrikkelijk was Hoessein’s campagne, dat vele van Arafats
bendeleden de rivier de Jordaan overstaken en zich liever overgaven aan de
Israëli’s dan een zekere dood door de handen van het Jordaanse leger tegemoet
te zien. Het ingrijpen van Hoessein koste naar schatting aan tienduizend
volgelingen van Arafat het leven. Hoesseins actie staat bekend onder de naam
"Zwarte September".
Abu
Daoud beschouwde de Israëlische atleten, tevens reservisten van het Israëlische
leger, als legitiem doelwit. Ook prees hij het effect van de actie. ,,Voor München waren we gewoon terroristen,
na München gingen mensen zich tenminste afvragen: wie zijn die terroristen?”
In zijn biografie schreef hij dat het in feite niet de bedoeling was om de
atleten om te brengen. Maar deze uitspraak is niets anders dan een leugen, want
ze zouden de gijzelaars nooit hebben toegestaan levend naar Israël terug te
keren!
Ilana Romano en Ankie Spitzer, twee weduwen van de vermoorde Israëlische atleten zijn gruwelijke details te weten gekomen over de moordpartij. Deze details blijken door de Duitse overheid ruim 20 jaar lang geheim te zijn gehouden. De New York Times heeft op 1 december 2015 enkele details gepubliceerd. De beide weduwen vertelden de krant dat de Duitse autoriteiten pas na 20 jaar inzage in de gebeurtenissen hebben gegeven waarvan ze eerst ontkenden dat ze zouden hebben plaatsgevonden. In de rapporten staan foto’s die Ankie Spitzer voor het eerst pas zag in 1992 tijdens een bezoek in München. De weduwe stond er op dat ze de foto’s mocht zien ondanks de waarschuwing dat er gruwelijke beelden bij waren. Ilana Romano's echtgenoot Yossef, kampioen gewichtheffer werd neergeschoten toen hij probeerde het Palestijnse tuig te overmeesteren. Hij stierf voor het oog van de andere atleten en werd vervolgens door de Palestijnse barbaren gecastreerd. De anderen werden geslagen waarbij zij botbreuken opliepen en andere wonden. Spitzer zei er niet zeker van te zijn dat de castratie plaatsvond voor of nadat hij was vermoord. Spitzer, beschrijft voor de eerste keer de brutaliteit waarmee ze zijn behandeld in een interview in de documentaire “Munich 1972 & Beyond," die in 2016 zal verschijnen.
Na de gebeurtenissen van München, gaf premier Golda Meir haar fiat om de verantwoordelijke terroristen te vinden en om te brengen, waar ze zich ook bevonden.
Golda Meir.
Bij deze operatie -codenaam Wrath of God (God’s toorn), werden 11 Palestijnse terroristen omgebracht in Rome, Cyprus, Parijs, Athene en Beiroet.
Terug naar: Inhoud