Holocaust (Shoah) overlevenden schandalig behandeld door Groot-Brittannië

 

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 9 september 2011) (Laatste bewerking: 15 augustus 2019)

De Britse  historicus  Keith Jeffery verteld in zijn boek “The Secret History of M16” schokkende feiten over geheime aanvallen door de Britse geheime dienst (M16) op schepen die op weg waren vanuit Europa naar Israël. De Britse Labour regering onder leiding van Clement Attlee,  vroeg eind 1946 de  MI6  voorstellen te doen op welke manier er tegen de ‘illegale Joodse immigratie’ naar ‘Palestina’ (officieel Eretz Israël) zou kunnen worden opgetreden. De M16 stelde onder meer voor “ explosieven op schepen te plaatsen en voedsel en vers water te saboteren”. Dat zou zo moeten gebeuren dat de verdenking zou worden toegeschreven aan Arabische terreurgroepen. Na een vergadering op 14 februari 1947 tussen vertegenwoordigers van MI6 en de Britse overheid, ging een speciaal team van voormalige agenten op pad onder de codenaam Operation Embarrass onder het mom dat ze uit zeilen zouden gaan. In werkelijkheid werden ze naar Frankrijk en Italië gestuurd met mijnen die eruit zagen als ‘zeeslakken’ die met tijdklokken tot ontploffing konden worden gebracht.

In de zomer van 1947 en voorjaar van 1948 pleegden de agenten vijf aanslagen op schepen in Italiaanse havens waarbij een schip totaal werd verwoest en twee anderen beschadigd. Twee ‘zeeslakmijnen’ werden ontdekt voordat ze tot ontploffing konden worden gebracht maar de Italiaanse regering had geen idee wie er achter zat. Ook heeft men overwogen het stoomschip “President Warfield “op te blazen dat in een haven in Frankrijk lag afgemeerd. Dit schip werd later bekend als de “Exodus”. De informatie in het boek van Jeffery is tot stand gekomen in samenwerking met de Britse geheime dienst.

Het schip de Exodus

Toen de oorlog afgelopen was keerden tien miljoen vluchtelingen terug naar huis en haard. Dit voorrecht was voor de meeste overgebleven Joden niet weggelegd. Hun gezinnen en families waren uitgeroeid en gemeenschappen waarvan zij deel hadden uitgemaakt waren in de meeste gevallen volledig verdwenen. De enkeling die bevrijd werd stond bijna naakt voor de wereld, gehuld in een gevangenenuniform en schoenen met houten zolen. Ze bezaten niets, zelfs geen ondergoed, sokken of een zakdoek.

Ze waren mager als skeletten, vel over been. Zij die na al de jaren van verschrikking huiswaarts keerden ontdekten dat ze van hun bezittingen waren beroofd. Velen van hen werden niet eens meer binnengelaten in hun eigen huizen. De nieuwe ‘bezitters’ (dikwijls hun eigen buren) deden alsof ze hen niet kenden. Hun eigen schilderijen hingen nog aan de muur en hun meubilair stond nog in de kamer. En zo ging het in heel gelovig Europa! Men had niet meer op hun terugkeer gerekend en alles wat te roven viel, geroofd. Voor de meeste ontheemden was er nog maar een oplossing, weg uit het vijandige Europa, hopende een veilige thuishaven te vinden in het aloude Heilige Land. Maar de Britse overheid keerde zich op barbaarse manier tegen de meelijwekkende restanten van de grootse misdaad in de menselijke geschiedenis.

Terwijl in heel de wereld de kreet van afgrijzen nog naklonk over de massamoord door Hitlers beulen, besloot de Britse regering schepen met Joodse ballingen te saboteren. De Britse troepen die in Europa overbodig waren geworden, werden naar ‘Palestina’ gestuurd om daar de overlevenden van de concentratiekampen tegen te houden of onder te brengen in interneringskampen. Ook werden de overlevenden door Britse ambtenaren op Cyprus geïnterneerd of zelfs naar Duitsland teruggestuurd.

Op 23 mei 1939, zes maanden nà de Kristallnacht, bracht de Britse regering geleid door Nevil Chamberlain, het zogeheten White Paper 1939 uit. Daarin werd onder meer bepaald dat de legale Joodse immigratie naar het Mandaat Palestina over de volgende vijf jaren beperkt werd tot maximaal 75.000, of 15.000 Joodse mensen jaarlijks. Zelfs die jaarlijkse quota werd nooit bereikt en dat aan de vooravond van de Shoah!De Britten had het met de Arabieren op een akkoordje gegooid omtrent de Joodse immigratie en beloofden hen zelfs om na die vijf jaren beperking dat de Arabieren voortaan mochten bepalen hoeveel Joden er nog het Mandaat binnen mochten reizen.

Dit Britse document luidde het begin in van de Aliyah Bet (1939-1948), de ‘illegale’ immigratie van de Joden naar Israël, die voornamelijk geleid werd door de Haganah en de Palmach, het Joodse ondergrondse verzet. Over die hele periode slaagden ca. 110.000 Joden (90 procent afkomstig uit Europa) om dankzij de Joodse ondergrondse, illegaal ‘Palestina’ te bereiken. Pas na Israël’s onafhankelijkheid in mei 1948 – en zes miljoen dode Joden later ! – kwam de immigratie naar het Land van Israël in de hoogste stroomversnelling.

haganahHet schip de Theodor Herzl legt op 13 april 1947 aan in de haven van Haifa

Het schip  de ‘Theodor Herzl’, zo genoemd naar de ‘Vader van het Zionisme’, dat op 2 april 1947 was vertrokken vanuit de Franse haven Sète met aan boord 2641 overlevenden van de Shoah, legt op 13 april 1947 aan in de haven van Haifa nadat het schip op volle zee werd geënterd door mariniers van het Britse bezettingsleger. De Joden werden na hevig verzet, waarbij drie Joden werden gedood en 27 anderen gewond, gearresteerd en opgesloten. De gewonden en de zieken werden opgesloten in het Atlit detentiekamp nabij Haifa en alle anderen gedeporteerd naar het eiland Cyprus en opgesloten in Britse kampen.

Op 11 juli 1947 begon het schip de President Warfield (Exodus) met 4525 passagiers waaronder 1500 kinderen, de overtocht vanuit de Franse Middellandse Zeehaven Séte richting Israël. Het schip werd  gevolgd door de Britse geheime dienst en twee oorlogsschepen en op 18 juli door de Britse marine in internationale wateren voor Haifa opgebracht. Bij de vier uur durende gevechten aan boord met de Britten kwamen drie bemanningsleden om het leven en werden velen gewond onder wie vrouwen en kinderen. In Haifa werden de passagiers op drie gevangenisschepen overgezet en teruggestuurd naar Frankrijk. De Britten hielden er geen enkele rekening mee dat ze met overlevenden van de Holocaust te maken hadden die meestal hun hele familie hadden verloren en geen vaderland of thuis meer hadden. Op 30 augustus werden ze vanuit Frankrijk naar Duitsland teruggestuurd en onder het oog van de internationale pers met geweld van boord gehaald en vervolgens met goederentreinen naar twee kampen in het Displaced-Persons-kamp Pöppendorf bij Lübeck overgebracht.

De plaatselijke bevolking ontving de Joden met gezichten vol haat, alsof er nog niets veranderd was. In cafés en restaurants weigerde men ze te bedienen. In Bad Reichenhall zei een Duitse hotelhouder: ‘Jammer dat we niet meer Joden gedood hebben’. De Joden die zich nog in de kampen in Duitsland bevonden, maakten meteen na het uitroepen van de staat Israël op 14 mei 1948 aliya. Groot-Brittannië heeft nooit haar verontschuldigingen aangeboden voor al deze misdaden en ook niet voor de 52.000 mensen die op Cyprus maanden en jaren in kampen werden vastgehouden. Het is één van de vele schandvlekken uit de Britse geschiedenis ten aanzien van het Joodse volk.

Na afloop van de Israëlische actie tegen de ‘vredesactivisten' op het vlaggenschip de Mavi Marmara van de “Free Gaza Movement” op 31 mei 2010, noemde de Britse overheid de Israëlische actie “compleet onacceptabel”. De linkse Britse krant de Manchester Guardian omschreef Israël als beoefenaar van onrecht. Deze invloedrijke krant staat al jaren bekend als een vod dat het regelmatig op Israël heeft voorzien. Zo noemde deze krant op 25 augustus 2011 de Tempelberg in Jeruzalem als heilig voor de islam. Dat is op zich ook geen verrrassing want deze krant is ook voorstander van een boycot tegen Israël. Dit soort teksten laten nog maar weer eens zien dat er een heilige alliantie bestaat tussen de linkse anti-Semitische kliek in het westen en de anti-Semitische islamitische wereld.

Britse Sunday Times publiceerde op 28 januari 2013 een cartoon waaruit blijkt dat premier Benjamin Netanyahu een muur bouwt met behulp van Palestijns bloed en organen. ,,Voor het volk van Israël is dit een cartoon die aan de donkere sinistere journalistiek herinnert van een van de donkerste periodes van de mensheid”, schreef Knesset Spreker Reuven Rivlin in een brief aan zijn Britse collega John Bercow. De cartoon veroorzaakt extra weerstand en onrust omdat deze verscheen op de Internationale Holocaust Remembrance Day. “Met de publicatie van deze cartoon worden de grenzen van de vrijheid van meningsuiting overschreden”, schreef Rivlin verder. “Als een cartoon zou worden gepubliceerd in Israël met Groot-Brittannië in een dergelijk monsterlijk licht en het kwetsend voor de gevoelens van het Britse volk op zo'n gemene en vervelende manier, zou je niet aarzelen om bij mij te klagen, en terecht, over het overschrijden van de legitieme grenzen van de vrijheid van meningsuiting”, zei hij in een rechtstreeks beroep op Bercow.

Er zijn inmiddels nog veel meer bewijzen bekend geworden over de uitermate beschamende rol van Groot-Brittannië en de antisemitische daden van Britse functionarissen tijdens de periode waarin zij heersten over het mandaatgebied dat destijds ten onrechte Palestina werd genoemd. Op 11 mei 2018 werd in de plaats Atlit nabij Haifa een speciale ceremonie gehouden, waar vertegenwoordigers van het Verenigd Koninkrijk een ‘Verklaring van Treurnis’ deelden met schokkende feiten over de manier waarop hun land Joden behandelde in de jaren die voorafgingen aan de wedergeboorte van de Joodse natie in 1948. Een gedeelte uit de Verklaring van Treurnis was: ‘We betreuren het dat (het Britse beleid) geleid heeft tot de dood van honderdduizenden Joden die aan Hitlers ‘Endlösung’ hadden kunnen ontsnappen als de poorten van hun oude vaderland volledig open waren geweest.’

In Atlit, een voormalig detentiekamp werden Joodse vluchtelingen die de Holocaust hadden overleeft vastgehouden als onderdeel van het Britse beleid om de immigratie naar de regio te beperken, waardoor nog meer trauma ontstond voor een volk dat al vreselijk onder de nazi’s had geleden. Groot-Brittannië had het mandaat van de Volkenbond gekregen om een veilig vaderland voor Joden voor te bereiden. In plaats daarvan plaatste men de Joden achter prikkeldraad, compleet met wachttorens.

 

Onder degenen die hun schrijnende verhalen uit die tijd vertelden, bevond zich Hannah Avrutsky. Als overlevende van het beruchte getto van Warschau werd ze in een klooster verborgen voordat ze in 1947 naar het schip Exodus werd gesmokkeld. Eenmaal aangekomen bij Israël stuitte men op een blokkade van de Britse marine en werd het schip teruggestuurd naar een kamp voor ontheemden in Duitsland, waar zoveel Joden waren vermoord! Ben Zion Drutin sprak erover dat hij opgenomen werd in het ziekenhuis nadat hij aan boord van de Exodus gewond was geraakt door de Britten en vervolgens zes maanden in Atlit werd vastgehouden.

 

Arie Itamar, die als achtjarige op de Exodus was, vergeleek Israël met een ‘verraden minnaar’ tijdens het Mandaat. Pinchas Kahane vertelde over de vlucht van zijn ouders uit Auschwitz, over zijn geboorte in een detentiekamp op Cyprus en over het feit dat Groot-Brittannië hen tot februari 1949, lang na de oprichting van de staat Israël, heeft belet de kampen te verlaten. Dr. Miri Nehari, wiens vader een leider was bij het mobiliseren van de ontsnapping van Joden uit Europa na de Holocaust, las een Brits telegram voor aan de Poolse regering in ballingschap met het verzoek de grenzen te sluiten voor ontsnappende Joden. Zehavit Blumenfeld, van wie de 70e geboortedag samenvalt met die van Israël, zei: ‘Ik vergeet het niet, maar ik vergeef het.’ Ze werd geboren in de Cyprische detentiekampen waar 53.000 Joodse vluchtelingen uit de Holocaust door de Britten werden geïnterneerd. Zij en anderen waren ontroerd door de warmte en het medeleven van de christenen die gekomen waren om hun verdriet te uiten, en zij hopen dat het bezoek van prins William een belangrijke stap in de richting van verzoening zal zijn.

De getuigenissen werden afgesloten met verhalen over Britse heimelijke samenwerking met de Arabische terreur tijdens het Mandaat. Noam Arnon, vertegenwoordiger van de Hebreeuws-Joodse gemeenschap, sprak namens de overlevenden van het bloedbad van 1929 over de Britse medeplichtigheid. Zehava Fuchs was als meisje getuige van het bloedbad in het Hadassah-konvooi in 1948, toen de Britten bewust niet hadden ingegrepen om Joodse passagiers te redden bij de ontruiming van het Hadassah-ziekenhuis, dat in een enclave bij Jeruzalem lag. 78 mensen, voornamelijk artsen en verpleegkundigen, werden gedood bij de aanslag door Arabische terroristen. Zehava is nog steeds niet in staat een barbecue bij te wonen, omdat het haar doet denken aan de geur van brandend vlees. Rachel Rust, dochter van een voormalig Britse officier die in ‘Palestina’ diende, belijdt haar diepe verdriet over de wrede behandeling door het Britse leger.

Positief is dat Rita Offenbach vertelde hoe haar moeder onder de 180 Joodse strijders zat die gered werden na belegerd te zijn door Arabieren die hun konvooi aanvielen. Een ander bracht hulde aan de Britse officier Orde Wingate, die in Israël nog steeds zeer geliefd is omdat hij de basis heeft gelegd voor de Israëlische strijdkrachten (IDF) door speciale nachtploegen te creëren. Filmmaker Hugh Kitson uitte zijn verdriet niet alleen over de mislukkingen van het Mandaat, maar ook over het feit dat de Britse regering vandaag de Israëlische soevereiniteit over haar eigen hoofdstad niet erkent. Veel Israëli's wachten nog steeds op een verontschuldiging van Groot-Brittannië voor het feit dat het Israël heeft verraden door een gelofte om een veilig toevluchtsoord voor het Joodse volk voor te bereiden, te verbreken. Israël is uiteindelijk tot stand gekomen zonder Britse hulp, maar niet voordat door de vertraging veel mensen onnodig het leven verloren. Er is nog veel berouw en verzoening nodig.

Kindertransport

Positief is te melden dat de Britse regering na de Kristallnacht van 10 november 1938, besloot Joodse kinderen in Groot-Brittannië toe te laten die probeerden de terreur van de nazi’s te ontvluchten. Zo werd er op 2 december 1938, een boot met 206 Joodse kinderen aan boord, toegelaten in de Britse haven van Harwich die was vertrokken vanuit de Hoek van Holland in Nederland. De voormalige premier Stanley Baldwin verklaarde in een radio-uitzending: “Duizenden mannen, vrouwen en kinderen, beroofd van hun goederen, verdreven uit hun huizen, zijn op zoek naar asiel en veiligheid aan onze drempels, een schuilplaats voor de wind en een schuilplaats voor de storm.”Een week later stemde het kabinet van Baldwins opvolger, Neville Chamberlain, ermee in om de administratieve rompslomp van het visumsysteem voor kinderen onder de 16 jaar te doorbreken en alle limieten op te heffen voor het toegestane aantal in het land.

Binnen een jaar zouden bijna 10.000 Joodse kinderen uit Duitsland, Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije aankomen in Groot-Brittannië. Als een van de meest vooraanstaande historici van de Shoah argumenteerde wijlen Martin Gilbert: “Geen enkel ander land heeft zoveel moeite gedaan om Joodse kinderen op te nemen zoals Groot-Brittannië.” Inderdaad, de wetgeving in de Verenigde Staten die zou toestaan om ​​een soortgelijk initiatief te ondernemen, raakte nooit door de congrescommissies.

Terug naar: Inhoud