Het nieuwe
Jeruzalem (vervolg)
Door: Franklin ter Horst
Met dank aan het Bijbelstudieteam
Jur van Calkar en Simonida Dijkhuis-Nijhof voor hun medewerking aan deze
Bijbelstudie.
Openbaring 22:1-2-3-4-5 “En hij toonde mij een
rivier van water des levens, helder als kristal, ontspringende uit de troon van
God en van het Lam. Midden op haar straat en aan weerszijden van de rivier
staat het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, iedere maand zijn
vrucht gevende; en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing der volkeren.
En niets vervloekts zal er meer zijn. En de troon van
God en van het Lam zal daarin zijn en zijn dienstknechten zullen Hem vereren, en zij zullen zijn aangezicht zien en zijn naam zal op hun voorhoofden
zijn. En er zal geen nacht meer zijn en zij hebben
geen licht van een lamp of licht der zon van node, want de Here God zal hen
verlichten en zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden.”
Wat
hier in Openbaring wordt beschreven is al door de hele Bijbel heen
geprofeteerd:
Ezechiël 47:12 “Langs de beek zullen
op haar oevers aan weerszijden allerlei vruchtbomen opschieten, waarvan het
loof niet verwelkt en de vrucht niet opraakt; elke maand zullen zij vrucht
dragen, omdat hun water uit het heiligdom komt; hun vruchten zullen tot spijze
zijn en hun loof tot geneesmiddel.”
De
genoemde stroom van water duidt op beweging. Het gaat om een levende stroom met
geboomte en vruchtbaarheid. In de Hof van Eden groeide ook veel geboomte. Het
paradijs werd immers bevloeid door vier rivieren. In al dat geboomte waren twee
bijzondere bomen: de Boom des levens en de Boom van kennis van goed en kwaad.
Van alle bomen mochten de mensen eten, maar van één boom niet. Een van de grote
verschillen tussen de Hof van Eden en het hemels Jeruzalem is, dat er na de
gerichten geen satan meer is. Al het geboomte dat aan de levensrivier in het
hemels Jeruzalem groeit, is goed en alle verzoeking is met het oordeel over de
satan voor eeuwig verdwenen. Voor de bewoners van het nieuwe Jeruzalem is alle
gevaar dat de mens nog zou vervallen in het kwaad onmogelijk geworden. Hij is
de nieuwe mens, die geheel van zijn zonden is verlost en hij kan niet meer
worden verleid. Naast het levenswater dus het levensgeboomte. De ene Levensboom
uit de Hof van Eden is vermenigvuldigd zoals bij nader inzien alles in het
Nieuwe Jeruzalem het Paradijs overtreft. Ook het gegeven dat de bomen iedere
maand vruchten dragen, dat wil zeggen een onophoudelijke vruchtbaarheid die het
eeuwige leven der zaligen voedt.
Dat
betekent dat dan ook de bewoners van het nieuwe Jeruzalem nog vruchten zullen
eten. Ook Jezus/Yeshua nam na Zijn opstanding nog voedsel tot zich:
Lucas 24:36 t/m 43 “En terwijl zij
hierover spraken, stond Hij zelf in hun midden; en zij werden ontzet en
verschrikt en meenden een geest te aanschouwen. Doch
Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij ontsteld en waarom komen er overwegingen op
in uw hart? Ziet mijn handen en mijn voeten,
dat Ik het zelf ben; betast Mij en ziet, dat een geest geen vlees en beenderen
heeft, zoals gij ziet, dat Ik heb. En bij dit
woord toonde Hij hun zijn handen en voeten. En toen zij het van blijdschap nog
niet geloofden en zich verwonderden, zeide Hij tot hen: Hebt gij hier iets te
eten? Zij reikten Hem een stuk van een
gebakken vis toe. En Hij nam het en at het
voor hun ogen.”
Het
water des levens wordt in volle maat gegeven; de bladeren van de levensboom
zijn voortdurend genezend in de zin van gezond houdend, het eeuwige leven
behoudend. De weg die voor Adam en Eva werd afgesneden is door het
verlossingswerk van Jezus/Yeshua, wijd geopend:
Johannes 7:37-38 “En op de laatste,
de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst
heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt,
stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.”
Dit
riep Jezus/Yeshua uit op de laatste dag van het Loofhuttenfeest in Jeruzalem
toen, zoals altijd op deze dag gebeurde, twee gouden kruiken met water uit de vijver
Siloam in processie naar de tempel werden gedragen. Hier geen kruiken, maar een
rivier van water des levens, dat rechtsreeks uit de troon van God en van het
Lam komt. Het genezend voedsel uit het Nieuwe Jeruzalem, de bladeren van het
levensgeboomte in het Nieuwe Jeruzalem, houden de volken gezond, ver van alle
vroegere afgoderij en verschrikking. Niemand zal meer zeggen: “Ik ben ziek”.
Johannes 4:14 “…maar wie
gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in
eeuwigheid, maar het
water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat
springt ten eeuwigen leven.”
Als
de nieuwe hemel en aarde een feit zijn, na het duizendjarig rijk, zullen
harmonie, welzijn, leven en heerlijkheid, nooit meer aangetast worden in het
nieuwe paradijs. De tegenstander is verslagen en voor altijd onschadelijk
gemaakt. De volken zullen immuun zijn voor alle vormen van kwaad. Nooit zullen
ze meer in zonde vervallen. Als de mens voor altijd verlost zal zijn, dan zal
ook alles wat verkeerd, verwoest of vervloekt was door de schuld van de mens,
voor altijd verlost zijn. Het gebed van Jezus/Yeshua “Uw wil geschiedde, zowel
in de hemel als op de aarde” was tevens een alomvattende profetie van heil en
welzijn.
Terug
naar : Inhoud