Het laatste
oordeel
Door: Franklin ter Horst
Met dank aan het Bijbelstudieteam
Jur van Calkar en Simonida Dijkhuis-Nijhof voor hun medewerking aan deze
Bijbelstudie.
Openbaring 20:11 t/m15 “En ik zag
een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de
aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor
de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het
(boek) des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de
boeken geschreven stond, naar hun werken. En
de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de
doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs
geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs. En
wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens,
werd hij geworpen in de poel des vuurs.”
Nu is het de tijd voor de “overige doden” die na afloop van het
Duizendjarig rijk veroordeeld zullen worden tot de “tweede dood.” Na de
overwinning op satan, die naar de hel verwezen is, volgt het visioen van het
grote witte troonoordeel over de doden. Het oordeel vindt plaats voor de grote
witte troon, die zo’n strenge en schrikwekkende aanblik oplevert, dat aarde en
hemel vluchten” voor het aangezicht van Hem die er op gezeten is. Allen die
satan hebben gevolgd zullen slechts korte tijd in het dodenrijk vertoeven, want
onmiddellijk daarna zullen ze met hun opstandigslichaam voor de grote, witte
troon moeten verschijnen. Hier wordt duidelijk dat de ongelovige doden na de
duizend jaren weer levend worden, en dat is dus een opstanding: het lichaam zal
opgewekt worden, maar de geest zal geestelijk dood blijven, zodat ze voor de
grote witte troon nog steeds ‘doden’ genoemd worden. “Niet de Vader, doch de
Zoon neemt plaats op deze witte troon:
Johannes 5:22-23
“Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon
gegeven, opdat allen de Zoon eren gelijk zij de Vader
eren. Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet, die Hem gezonden heeft.”
Daar
staan ze, de groten en de kleinen, stuk voor stuk zondaars. Al hun daden zijn
opgeschreven en zullen onder hun aandacht worden gebracht. God is rechtvaardig,
ook tegenover de ongelovigen; Hij bewijst zwart op wit dat ze het oordeel
verdiend hebben, dat hun namen niet in het boek des levens staan en dat ze dus
een ‘tweede dood’ moeten ondergaan. De grote witte troon staat hier alleen en
is niet omgeven door “bijzitters” in het gerechtshof. Geen enkele mogelijkheid
meer van hoop. Geen enkele mogelijkheid meer tot bekering. De doden worden
geoordeeld op grond van wat er in de boeken geschreven staat, naar hun werken.
De niet in Jezus/Yeshua gestorven doden uit alle tijden staan hier voor de
witte troon en zij worden naar niets anders geoordeeld dan door hetgeen over
hen in de boeken geschreven staat. In deze boeken wordt de alwetendheid van God
uitgedrukt, maar ook Zijn absolute rechtvaardigheid, want- zo staat er
duidelijk-zij worden geoordeeld naar hun
werken. Dat hoeft niet perse een negatief oordeel in te houden want er
wordt ook een ander boek geopend” Het
Boek des levens. Het Boek des Levens duidt op de mogelijkheid dat er onder
de doden die voor de witte troon naar hun werken geoordeeld worden:
Johannes 5:29 “…en zij zullen
uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het
kwade bedreven hebben, tot de opstanding ten oordeel.”
Daniël 12:2 “Velen van hen die
slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen
tot versmading, tot eeuwig afgrijzen.”
Matthéüs 25:46 “En dezen zullen
heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven.”
Dat
is de onontkoombare afsluiting van alle gericht, want alle levenden zijn immers
geoordeeld. Allen zijn terechtgekomen waar zij behoren.
Het is dus heel belangrijk de twee opstandingen te onderscheiden
in verband met het vrederijk. Gelukkig en heilig is hij die aan de eerste
opstanding deel heeft; over hen heeft de tweede dood geen macht. Nog eens wordt
de nadruk gelegd op het feit dat de eerste opstanding alleen voor gelovigen en
de tweede opstanding alleen voor ongelovigen geldt. Van de gelovigen wordt
gezegd: ‘zij zullen priesters van God en van Christus zijn en met Hem duizend
jaren regeren.
Terug naar: Inhoud