De
aankondiging van het oordeel
Door:
Franklin ter Horst
Met dank aan het Bijbelstudieteam Jur van Calkar en Simonida Dijkhuis-Nijhof voor hun medewerking aan deze Bijbelstudie.
Openbaring 14: 6 t/m 8 “En ik zag een
andere engel vliegen in het midden des hemels en hij had een eeuwig evangelie,
om dat te verkondigen aan hen, die op de aarde gezeten zijn en aan alle volk en
stam en taal en natie: en hij zeide met luider stem: Vreest God en geeft Hem
eer, want de ure van zijn oordeel is gekomen, en aanbidt Hem, die de hemel en
de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.”
Na
het intermezzo van de 144.000 verzegelden met het Lam op de berg Sion wordt de
beschrijving der gerichten- die nu hun hoogtepunt naderen met de grote oogst,
de slag bij Armageddon, de val van Babylon en de “grote hoer”- nog niet
voortgezet. Wel worden nieuwe oordelen aangekondigd, en dat in een tijd waarin
de twee beesten de volle maat van hun ongerechtigheid naderen. Een opmerkelijke
bijzonderheid is dat dit aanzeggen van de laatste oordelen gepaard gaat met een
laatste waarschuwing tot bekering.
De
eerste engel
Zeer
opmerkelijk is dat een engel het genoemde evangelie, deze goede tijding
verkondigen moet. God is rechtvaardig en gaat tijdens deze periode, waarin het
evangelie van het komende koninkrijk nauwelijks meer verkondigd kan worden,
zelfs drie engelen gebruiken om de wereld nogmaals te waarschuwen. In het allerlaatste dieptepunt van de gerichten en de
ongerechtigheid gaat de hemel spreken, door de dienst van engelen. Hij kondigt
het oordeel over alle volken aan. Tevens roept hij de volken op aarde op om God
te aanbidden. De eerste engel vliegt als eerste in een reeks van zes machtige
engelen, hoog aan de hemel zodat hij mogelijk voor iedereen zichtbaar zal zijn
vergelijkbaar met de arend in Openbaring 8:13. Deze eerste engel kondigt geen
oordelen aan, zoals de arend, maar goed nieuws. Hij heeft een eeuwig evangelie
dat zo belangrijk is, dat alle mensen die nog op aarde zijn overgebleven die
niet God, maar het beest de eer geven het moeten horen. Tegen alle leugens en
het gebral van de beesten schalt hier Gods-stem over de aarde en wordt de
waarheid nog eenmaal uitgeroepen. Toch gebeurt deze
aankondiging niet zonder meer, want eerst komt de uitnodiging; “Vreest God en geeft hem heerlijkheid, want het uur van Zijn
oordeel is gekomen; en aanbidt Hem, die de hemel en de aarde en de zee en de
waterbronnen gemaakt heeft”. Maar uit het vervolg
blijkt, dat deze uitnodiging niet aanvaard wordt, waarna van toepassing wordt,
wat God eens tot Zijn eigen volk zei:
Jesaja 63:10 “Maar zij waren
wederspannig en bedroefden zijn heilige Geest; daarom veranderde Hij voor hen
in een vijand.”
In
een tijd waarin van God nauwelijks sprake meer is en waarin zijn woord niet
meer verkondigd wordt, herinnerd dit eeuwig evangelie eraan dat er in de hemel
een Schepper en Heer van alle dingen bestaat. Het gaat hier niet om een
evangelie, dat ieder die in de Jezus/Yeshua gelooft voor eeuwig behouden is.
Het is de boodschap van het einde; van redding en rust voor de ene mens, de
gelovige en oordeel en straf voor de andere mens, voor de ongelovige. Dit
evangelie houdt zelfs de val en het oordeel van Babylon in!
2 Corinthiërs 2:15-16 “Want wij zijn voor
God een geur van Christus, onder hen die gered worden, en onder hen, die
verloren gaan; voor dezen een doodslucht, ten dode,voor genen eersten een
levensgeur ten leven. En wie is tot zulk een taak bekwaam?”
Het
is in feite een laatste oproep aan de mensheid om tot inkeer te komen, omdat nu
spoedig Gods oordeel zal komen en er geen redding meer mogelijk is. Buig voor
de oordelende God en wendt u af van de Babylonische afgodendienst van de twee
beesten. Het gaat hier dus duidelijk niet over een evangelie der genade maar
een gerichtsevangelie: de aankondiging van het eindoordeel. Dit evangelie is
gericht tot een mensheid die reeds talrijke vreselijke gerichten achter de rug
heeft maar desondanks in hun satanische haat God uitdaagt. Nu onder het zevende
zegel, in de tijd van de antichrist, is het oordeel gaande. Op de door de
antichrist en zijn valse profeet beheerste aarde kan het evangelie de ontaarde
mensen niet meer bereiken.
De
wereld kan dan ook nooit stellen dat zij onvoorbereid haar ondergang tegemoet
is gegaan. Hier wordt het woord evangelie aangeduid om een naderend onheil aan
te kondigen. Er is geen sprake meer van liefdevolle aandrang maar hier wordt
een laatste appèl gedaan op
de volken God te vrezen, omdat Zijn oordeel is gekomen.
De tweede engel
Openbaring 14:8 “En een andere, een tweede
engel, volgde zeggende: Gevallen, gevallen is het grote Babylon, dat van de
wijn van de hartstocht zijner hoererij al de volkeren heeft doen drinken.”
De
gebeurtenis die hier behandeld wordt, speelt zich pas later af. De tweede engel kijkt al vooruit in de toekomst en ziet wat nog gebeuren moet.
Hij proclameert de val van Babylon de stad van al het kwaad.
De val van Babylon
Babylon
heeft de volkeren namelijk tot afgoderij verleid, wat hier als hoererij wordt
voorgesteld. De tweede engel drukt als het ware zijn vreugde uit over de val
van Babylon in het dubbele “Gevallen, gevallen”. Ook Jesaja noemt dezelfde
woorden:
Jesaja 21:9 “…zie, daar komt een troep
mannen, een stoet ruiters, twee aan twee. Toen hief hij aan en zeide: Gevallen,
gevallen is Babel, en alle gesneden beelden van zijn goden heeft Hij ter aarde
verbrijzeld.”
Chronologisch
gezien zal de kwestie Babylon pas in Openbaring 17 en 18 behandeld worden en
het oordeel over hen die het beest aanbeden hebben, zal pas in Openbaring
19 plaatsvinden. Babylon staat tegenover
Jeruzalem en na alle “successen”van de beestmensen is nu het uur van het
oordeel aangebroken en wordt in het tweede deel van hoofdstuk 14 globaal de
uitvoering van dat oordeel beschreven. Hoewel de Zoon des mensen nog niet
persoonlijk op aarde is gekomen voor de beslissende eindslag, is Zijn
aanwezigheid voor ieder, ook voor de goddelozen, geen twijfelpunt meer. Het
verzet tegen Zijn aanwezigheid en Zijn komst is openlijk. De strijd gaat nu om
Jeruzalem.
Zacharia 12:3 “Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een
steen, die alle natiën moeten heffen; allen die hem heffen, zullen zich
deerlijk verwonden. En alle volkeren der aarde zullen zich daarheen
verzamelen.”
Het
grote Babylon is met een waas van geheimzinnigheid omgeven. Zelfs haar naam is
een geheimenis. Het oude Babylon, was het type van een goddeloze macht, die het
volk Gods verdrukte en daarom verdelgd werd:
Jeremia 51:7-8-9 “Babel was in de hand des
Heren een gouden beker die de gehele aarde dronken maakte; van zijn wijn
dronken de volken, daardoor werden zij verdwaasd. Plotseling
is Babel gevallen en gebroken, jammert om hem! Haalt balsem voor zijn pijn,
misschien is het te genezen. Wij hebben Babel
trachten te genezen, maar het is niet te genezen; verlaat het en laten wij
gaan, een ieder naar zijn land; want tot de hemel reikt zijn oordeel en het
verheft zich tot de wolken.
Babel is de stad van de wetteloosheid, hetgeen zich uit in zwarte
en witte magie, toverij, astrologie. Babel is de bron van afgoderij en
hoererij. De val van Babylon moet op dit moment nog komen. Zijn val wordt echter reeds als een voldongen feit genoemd.
Dit maakt duidelijk, dat deze val zeker zal komen. Dit Babylon houdt zich bezig
met het dronken voeren van “al de volkeren”met de wijn van de hartstocht van
haar hoererij. Dit Babylon heeft alle naties van de wijn van haar hoererij te
drinken gegeven, en wie ervan gedronken heeft, zal ook drinken van de
ongemengde wijn in de drinkbeker van Gods toorn. Daarover in Openbaring 14:10
meer.
Ook blijkt nu dat ook het beest en zijn aanbidders zullen worden
geoordeeld. De naties die eerst de wijn van Babylons hoererij gedronken hebben,
drinken nu de wijn van Gods grimmigheid. De uitdrukking “de wijn der gramschap
van haar hoererij”omvat twee gegevens. In de eerste plaats dat Babylon alle
volken is voorgegaan in de hoererij en de ontucht, waarbij “hoererij”letterlijk
en figuurlijk als afgoderij moet worden opgevat. In de tweede plaats
verzinnebeeldt de wijn hier het bedwelmende genot als een satanische
tegenhanger van de wijn waarmee het kostbare bloed van Jezus/Yeshua wordt uitgebeeld. De gelovigen wordt met klem op het
hart gedrukt te volharden tot de dood, want zalig de doden die in de Here
sterven. Dit geldt in het bijzonder de gelovigen van het laatste uur.
Uit
het voorgaande is al gebleken wat deze hoererij in Bijbelse zin inhoudt:
overspelig afwijken van God.
1 Samuel 15: 23 “Voorwaar, weerspannigheid is zonde der toverij en ongezeggelijkheid is
afgoderij en dienen van terafim. Omdat gij het woord des Heren verworpen hebt,
heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning meer zult zijn.”
Dat
zal straks in wereldformaat gebeuren en het grote Babylon is daar het meest
schuldig aan. Gelukkig wordt hier bij voorbaat aangekondigd, dat dit grote
Babylon snel aan haar einde zal komen. De tweede engel ziet dit gebeuren
profetisch al als voltooid. Elke afgodendienaar ‘zal gepijnigd worden met vuur
en zwavel’, dat wil zeggen met de eeuwige pijnigingen van de poel van vuur, ten
aanschouwen van de heilige engelen en het Lam. En de rook van hun pijniging
stijgt op tot in alle eeuwigheid. Dat is het eeuwige lot van de
beest-aanbidders, en zij hebben dag en nacht geen rust.
De derde engel
Openbaring 14:9-10-11 “En een andere engel,
een derde, volgde hen, zeggende met luider stem: Indien iemand het beest en
zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt,
die zal ook drinken van de wijn van Gods gramschap, die ongemengd is toebereid
in de beker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten
aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging
stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het
beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt.”
Gelukkig
heeft niet iedereen gebogen voor het beeld en het merkteken geweigerd. Maar men
moet het met de dood bekopen. Maar God herstelt hen en laat hen als koningen
regeren.
Deze derde engel komt met een zeer ernstige en indrukwekkende
waarschuwing. Over het algemeen houden de mensen er niet van om gewaarschuwd te
worden. Maar God waarschuwt ook in dit geval van te voren. De waarschuwing van
de derde engel heeft betrekking op de individuele mensen namelijk op al degenen
die het beest en zijn beeld aanbidden en het merkteken aanvaarden op hun
voorhoofd of hand. Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken
op zijn voorhoofd of zijn hand krijgt, zal hij de wijn van Gods woede moeten
drinken, die onverdund in de beker van zijn toorn is geschonken. Het resultaat
van deze uiterst onbezonnen daad zal volgens het woord van deze engel voor de
betreffende personen grote gevolgen hebben tot “in alle eeuwigheden”.
Daarmee
worden allen bedoeld die eer bewijzen aan de opperste politieke macht in het
antichristelijk rijk, zoals vroeger goddelijke hulde werd bewezen aan
Nebukadnezar en later aan de Romeinse keizers. Zowel Babylon en later ook Rome
vormden een politieke macht die het gelovige volk van God vervolgden.
Niet
alleen de volken als zodanig, zullen de toorn van God ervaren, maar ook iedere
individuele aanbidder van het beest. Letterlijk wordt er gezegd dat de wijn van
Gods gramschap onvermengd is in de beker van Zijn toorn. Dat de wijn niet met
water vermengd is, duidt op de verschrikkelijkheid van de toorn Gods in het
eindoordeel.
Jeremia had dit ook al gezegd:
Jeremia 25:15 “Want aldus heeft de
Here, de God van Israël, tot mij gezegd: Neem deze beker met de wijn der
gramschap uit mijn hand en geef die te drinken aan alle volken, tot welke Ik u
zend dat zij drinken en waggelen en dol worden ten gevolge van het zwaard, dat
Ik onder hen zend. En ik heb de beker uit de hand des Heren genomen en die aan
alle volken, tot welke de Here mij zond, te drinken gegeven.”
Niet
alleen Jeremia, maar ook Job had al dat profetisch inzicht: Job 21:20 Laten zijn ogen zijn ondergang zien, en laat
hij drinken van de grimmigheid van de Almachtige!
Dit beeld maakt duidelijk dat de toorn van God geen verzachtende
maatregelen zal kennen. Het oordeel doet denken aan het oordeel over Sodom en
Gomorra:
Genesis 19:24 “Toen
liet de Here zwavel en vuur op Sodom en Gomorra regenen, van de Here, uit de
hemel.”
Psalm 11:6 “Hij regent op de
goddelozen vurige kolen en zwavel, schroeiende
wind is het deel van hun beker.”
2 Petrus 2:6 “…en de steden Sodom en Gomorra tot as verbrand,
tot omkering gedoemd en ten voorbeeld gesteld heeft voor hen, die goddeloos
zouden leven…”
Zij die onder Gods oordeel vallen zullen geen rust hebben. Het
oordeel van God zal de vijanden van God en van Israël zeer zwaar treffen. Deze
vijanden zullen voor de ogen van de engelen en voor de ogen van het Lam
gestraft worden. Deze mensen zullen het Lam zien en dan van Hem verwijderd
worden naar het eeuwige oordeel. Dat zal het allerergste zijn: zij zullen de
Redder zien, die dan niet meer hun Redder zal zijn. Zij zullen geen rust hebben
om even bij te komen van de pijniging, de smart en het verdriet. De straf gaat
dag en nacht door:
Matthéüs 25:40-41
“En de Koning zal hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij
dit aan één van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan.
Dan zal Hij ook tot hen, die aan zijn linkerhand
zijn, zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat
voor de duivel en zijn engelen bereid is.”
Matthéüs 7:23 “En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik
heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.”
De door Babylon verleide volken zullen gefolterd worden in vuur
en zwavel:
Openbaring 19:20 “En het beest werd
gegrepen en met hem de valse profeet, die de tekenen voor zijn ogen gedaan had,
waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en
die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden geworpen in de poel des
vuurs, die van zwavel brandt.”
De
foltering geschiedt voor het aangezicht van het Lam en de heilige engelen. Dit
laatste gegeven is wellicht de meest ontzettende in de hele gerichtsprofetie
van de Bijbel. De toorn van het Lam is dan immers niet meer te weerhouden, en
des te vreselijker, omdat het Lam, de zachtmoedige bij uitstek, dan niet meer
pleit voor zondaren, maar de straf aanziet zonder in te grijpen. Hier zal dan
ook blijken wie de juiste keus heeft gemaakt.
Openbaring 14:12-13 “Hier blijkt de
volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren. En
ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Schrijf, zalig de doden, die in de Here
sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, dat zij rusten van hun moeiten, want
hun werken volgen hen na.
De
heiligen zijn zij die ‘de geboden van God en het geloof in Jezus/Yeshua
bewaren.’Door de prediking van het evangelie van het koninkrijk hebben ze leren
geloven in Jezus/Yeshua als de komende Messias en ze gehoorzamen Gods geboden
in afwachting van Zijn komst om hen te bevrijden. Het vers is een aansporing
tot deze getrouwen om te volharden in de strijd tegen het beest, opdat zij niet
met de dienaren van het beest geoordeeld worden.
Er
is geen tussenweg, geen vlucht uit de vreselijke nood mogelijk. Geen enkel
excuus kan worden aangevoerd als men het beest en zijn beeld aanbidt of zijn
merkteken aanneemt. Het gaat hier over de heiligen, over gelovigen van het
laatste uur. “Schrijf”, is wat Johannes te horen krijgt en dat is wat Johannes
steeds moet doen, maar nu wordt het er weer extra bij vermeld. Schrijf,
dicteert de Here aan Johannes: Zalig de doden die in de Here sterven, van nu
af.
In de eerste plaats worden de gelovigen bemoedigd en aangespoord
om tijdens hun leven op aarde te blijven volharden. Hier komt het aan op de
standvastigheid in Jezus/Yeshua te blijven geloven. Zij moeten de belijdenis
dat Hij hun Heiland en Heer is niet loslaten.
Hebreeën 4:14 “Daar
wij nu een grote hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de
Zoon van God, laten wij aan die belijdenis vasthouden.”
In de tweede plaats worden de gelovigen bemoedigd omdat zij na
hun aardse leven in de hemel de rust van God zullen ervaren. De doden die 'in
de Here gestorven zijn' zullen 'rusten' van hun moeiten en zorgen, hun leed en
verdriet. Zij zijn gestorven in verbondenheid met Hem. Zij zijn 'in
Jezus/Yeshua ontslapen'. Zij dragen het mooiste getuigenis dat van hun leven
verteld kan worden. Alleen dat Jezus/Yeshua in hun leven was, is dan nog
belangrijk. Zij hebben in verbondenheid met Hem geleefd en zijn in
verbondenheid met Hem gestorven. Nu mogen zij de hele eeuwigheid in
verbondenheid met Hem doorbrengen.
Er
is meer dan dat alleen hun ziel gered is. Hun aardse werken die in Yeshua
verricht zijn, gaan als het ware met hen
mee naar de hemel. Niet wat we voor de Heer gedaan hebben is van waarde, maar
wat Hij in ons heeft uitgewerkt.
1 Corinthiërs 3: 12 t/m 15 “Is er
iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout,
hooi, of stro, ieders werk zal aan het licht komen.
Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig
ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. Indien
het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, maar indien iemands werk
verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door
vuur heen.”
Na
de oordeelsaanzegging en het laatste appél tot bekering volgt de aankondiging
van de oogst.
Terug
naar: Inhoud