Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt:
21 oktober 2013)
De Conferentie
van Évian was een door de Amerikaanse president Franklin Delano
Roosevelt bijeengeroepen conferentie om het probleem te bespreken en het lot
van het toenemende aantal Joodse vluchtelingen die de vervolging door
nazi-Duitsland ontvluchtten. De conferentie vond plaats in de Franse
plaats Évian-les-Bains en duurde van 6 juli tot 15 juli 1938. Op de conferentie
waren slechts tweeëndertig landen aanwezig, waaronder Groot-Brittannië, Canada,
Australië, Nieuw-Zeeland, Frankrijk, België, Nederland,
enkele Zuid-Amerikaanse landen en uiteraard de Verenigde Staten zelf en dat
terwijl de hele wereld was uitgenodigd. Maar geen van de 32 landen, met
uitzondering van de Dominicaanse Republiek, was bereid om ook maar één Joodse
vluchteling op te nemen, noch de Nurenberg-wetten of andere acties van het
agressieve beleid van het naziregime te weerleggen, uit angst om Hitler te
verontrusten en vooral hun handelsbetrekkingen met nazi-Duitsland in gevaar te
brengen. En dat, hoewel op er op dat moment nog ongeveer 540.000 Joden in
Duitsland woonden, waarvan
De Joodse afgevaardigden die aanwezig waren op de conferentie hadden niet het recht om deel te nemen aan de officiële discussies. Nadat Duitsland middels de Anschluss Oostenrijk had geannexeerd, riep Roosevelt op tot een internationale conferentie om de emigratie van Duitse en Oostenrijkse Joden te bevorderen en een internationale organisatie op te richten die zich bezig zou houden met het algemene vluchtelingenprobleem.
Franklin
Delano Roosevelt.
President Roosevelt maakte al snel duidelijk dat de aanwezig landen niet werden gedwongen de immigratiequota te verhogen, maar hij vroeg ze wel nadrukkelijk om dit op vrijwillige basis te doen. Tijdens de conferentie werd duidelijk dat geen enkel land bereid was vrijwillig zijn quota te verhogen. De Britten verklaarde dat het land al vol was en de werkloosheid dusdanig hoog was, dat het geen extra vluchtelingen kon opnemen. De Britten lieten een optie doorschemeren om een beperkt aantal vluchtelingen naar Oost-Afrika te sturen. Ook de Fransen gaven nadrukkelijk aan dat hun land aan de limiet zat. Veel landen lieten doorschemeren dat ze geen vluchtelingen konden opnemen ten gevolge van de grote depressie, waarvan de landen nog herstellende waren. De Verenigde Staten lieten weten het voorheen niet vervulde quotum voor Duitsers en Oostenrijkers ter beschikking te stellen voor de vluchtelingen. Het enige land dat daadwerkelijk aanbood om vluchtelingen op te nemen was de Dominicaanse Republiek zij het in ruil voor hoge geldbedragen. Tijdens de conferentie werd er ook zoals gepland een organisatie opgericht. De nieuwe organisatie droeg de naam Intergovernmental Committee on Refugees (IRC) en had als doel om landen die vluchtelingen opnamen in hun ontwikkeling te helpen. Daarnaast trachtte het IRC Duitsland te overtuigen van een georganiseerde emigratie, maar de deelnemende landen aan het IRC gaven de organisatie te weinig autoriteit en de financiële steun was te beperkt. Het IRC kon daardoor vrij weinig uitrichten.
In Berlijn trok Hitler de voor de hand liggende conclusie dat de naties zich niets aantrokken van het lot van de Joden. Geen wonder dus dat de nazi-propaganda van een “flop” sprak. In een hoofdartikel van de “Völkischer Beobachter” stond dat niemand de joden zou willen, maar dat men in plaats daarvan “voorzorgsmaatregelen zou nemen zich te beschermen tegen een toestroom van Joodse immigranten, omdat men de nadelen van een ver-Joodsing duidelijk herkend heeft.”
Golda Meir, de Joodse waarnemer uit Eretz Israël (Het Britse mandaat gebied Palestina) tijdens de conferentie, merkte later op dat ze uitkijkt naar de dag dat het lot van haar volk niet afhankelijk zou zijn van de sympathie van de naties, maar in eigen handen zou zijn. Ze zou nog tien jaar moeten wachten voordat haar droom werkelijkheid werd en de staat Israël werd uitgeroepen, maar tegen die tijd waren zes miljoen Joden al gestorven in de naziconcentratiekampen.
Terug naar: Inhoud