Bezoek aan krijgsgevangen en concentratiekamp Bergen-Belsen

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 26 augustus 2019) (Laatste bewerking: 10 februari 2020)

Op 4 augustus 2019 was het 75 jaar geleden dat de 15-jarige Anne Frank in 1944 met haar familie op een Amsterdams onderduikadres werd gevonden en naar Auschwitz afgevoerd omdat ze Joods was. Na Auschwitz werd zij overgeplaatst naar het krijgsgevangenen en concentratiekamp Bergen-Belsen in Duitsland. Ze stierf enige weken voor het einde van de oorlog, maart 1945, kort na het overlijden van haar zuster in dit kamp aan Tyfus. Anne was het slachtoffer van een ongebreidelde Jodenhaat die Europa jarenlang in zijn greep hield. Anne is bekend geworden door het dagboek dat ze schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze ondergedoken zat in Amsterdam. Ook in Duitsland was er aandacht voor de 90e verjaardag van Anne Frank. De West-Duitse tv zender ARD schonk er uitgebreid aandacht aan onder de titel: 90. Geburtstag von Anne Frank – klik hier

Anna Frank

Ik heb op 23 juli, samen met mijn twee kleindochters Shannon en Aviejah en Melissa, een vriendin van beide, een bezoek gebracht aan het voormalige kamp Bergen-Belsen. Dit kamp ligt ongeveer 60 kilometer ten Noordoosten van Hannover, op de Lüneburger Heide. Vlak bij Bergen ligt nog een stukje spoorlijn waar de volgepakte treinen arriveerden. De gevangenen moesten vervolgens nog enkele kilometers lopen voordat ze in het kamp aankwamen.

In het documentatiecentrum wordt de bezoeker met afbeeldingen en allerlei documentatie geïnformeerd over de geschiedenis van de gevangenen en het kamp. Het geeft een goede indruk over de gebeurtenissen en het dagelijkse bestaan in dit oord tijdens de oorlogsjaren. Er zijn filmfragmenten te zien die zijn gemaakt tijdens de bevrijding van het kamp, gemaakt door een Britse cameraman. Klik hier en hier en hier voor enkele fragmenten. Let op: sommige beelden kunnen als zeer schokkend ervaren worden. Gruwelijke beelden die je bevattingsvermogen te boven gaan. Van Bergen-Belsen als concentratiekamp is nog maar weinig over. Op het voormalige terrein herinneren diverse graven met daarin duizenden doden, en gedenkstenen aan het lijden en sterven van de gevangenen.

De Geschiedenis van het kamp begint met de inrichting van een oefenplaats voor Duitse troepen. In het voorjaar van 1941 begon het Duitse leger met het inrichten van "stalags" (Duitse afkorting voor Mannschaftsstamm- und Straflager (ook wel "Stammlager"), voor de op handen zijnde aanval op Sovjet Unie. In juli 1941 kwamen de eerste transporten krijgsgevangenen uit de Sovjet Unie in Bergen-Belsen binnen. Tot begin november werden ongeveer 21.000 krijgsgevangenen in het kamp opgesloten. Tot aan de winter leefden de gevangen in zelf gemaakte ondergrondse hutten gemaakt van loofbomen en zelf gemaakte tenten. De bouw van nieuwe barakken begon later pas. Enkele honderden Russische krijgsgevangen werden vanuit Bergen-Belsen naar Concentratiekamp Sachsenhausen gedeporteerd en daar doormiddel van een schot in de nek vermoord.

In de zomer van 1943 werden naast de politieke gevangenen ook Joden geïnterneerd. Op 2 december 1944 bevonden zich 15.257 gevangen in het kamp waaronder vijftienjarige Anne Frank.

De maanden voor de bevrijding verslechterde de omstandigheden in Bergen-Belsen aanzienlijk. Het kamp stroomde vol met gevangenen uit andere kampen. Aan alles was er een tekort: voedsel, water en onderdak. Ook heersten er veel besmettelijke ziektes, zoals tyfus. Half april 1945 werd het kamp door de Engelsen bevrijd. Op dat moment waren er nog circa 60.000 gevangenen in het kamp aanwezig van wie velen doodziek en totaal uitgeput waren. Na de bevrijding verbrandden de Engelsen de barakken vanwege besmettingsgevaar. Foto’s van Bergen-Belsen shockten de wereld. In totaal stierven er ongeveer 70.000 mensen in het kamp waaronder Anne Frank en haar zus Margot. In de weken na de bevrijding bezweken nog zo’n 13.000 gevangen aan ziektes en ondervoeding.

BBC reporter Patrick Gordon Walker meldde op 20 april 1945 bij de bevrijding van het concentratiekamp Bergen Belsen dat een groep Joodse overlevenden spontaan het Hatikva begonnen te zingen. Hatikva, wat in het Hebreeuws (התקווה) 'de hoop' betekent, is het officiële volkslied van Israël. Hatikva gaat over de hoop van het Joodse volk terug te keren naar het land van zijn voorvaderen vanuit de diaspora.

 

Foto gemaakt door mijn kleindochter Shannon.

Nadat het kamp bevrijd werd, zetten de geallieerden alles op alles om een rechtvaardige straf voor de staf van Bergen-Belsen. Elf personen die in het kamp werkzaam waren geweest, kregen de doodstraf voor hun misdaden, via ophanging. De meer bekende terdoodveroordeelden waren kampbaas Josef Kramer, Fritz Klein, Irma Grese en Franz Hössler. Voorts spraken de geallieerden gevangenisstraffen uit van 1-15 jaar, terwijl acht betrokkenen vrijgesproken werden.

Anne Frank is uitgegroeid tot een symbool van de Jodenvervolging wereldwijd. Ook nu zien we weer een opkomst van het antisemitisme wereldwijd en het is daarom goed om de herinnering aan deze gruwelijke moordpartij levend te houden want er komen steeds meer dwazen die ontkennen dat het ooit heeft plaatsgevonden.

Terug naar: Inhoud