Amnesty
International steunpilaar Israëls vijanden.
Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt:
11 maart 2009)(Laatste bewerking: 6 februari 2022)
Amnesty heeft al jaren een zeer twijfelachtige reputatie als het om Israël gaat. Slechts een paar dagen na de Internationale Holocaustherdenkingsdag in 2022 werd Israël in een dik rapport opnieuw een apartheidsstaat genoemd.De jaarverslagen van deze club staan jaar na jaar bol van anti-Israël smeerstukken. Israël houdt al jarenlang vol dat organisaties zoals Amnesty International en hun leiders de Joodse Staat geen eerlijke kans geven wegens persoonlijke vooroordelen en gepolitiseerde standpunten over het conflict met het PLO-bewind in Ramallah en Hamas, de terreurbeweging in Gaza. (www.amnesty.org) Zoeken op Israël levert 132 hits op, op Saoedi-Arabië 61, op Iran 55 en de Islamitische Staat wordt 24 keer genoemd. De Palestijnse terreurleider Abu Mazen (Mahmoud Abbas) wordt respectvol met name genoemd.
De directeur van Amnesty International, Salil Shetty.
Volgens
Amnesty handhaafde Israël zijn meedogenloze land-, zee- en luchtblokkade van
Gaza, kneep de reconstructie af na de verwoestingen veroorzaakt door het gewapend
conflict in 2014. Op de bezette
Westelijke Jordaanoever bleef Israël illegale nederzettingen bouwen en strenge
beperkingen in de bewegingsvrijheid opleggen aan Palestijnen met behulp van een
reeks van militaire controleposten, slagbomen en een hek/muur dat zich
honderden kilometers uitstrekt.
Duizenden Palestijnen die zich verzetten
tegen de militaire bezetting door Israël of die betrokken waren bij de
protesten daartegen werden gearresteerd en gedetineerd, en honderden werden
vast gehouden onder hernieuwbare administratieve maatregelen die de
autoriteiten de bevoegdheid geven om hen voor onbepaalde tijd vast te houden
zonder aanklacht of proces; anderen werden doodgeschoten door Israëlische
troepen, die regelmatig buitensporig geweld gebruiken tegen Palestijnse
demonstranten. De spanning steeg fors in het laatste kwartaal van het jaar te
midden van een golf van steekpartijen en andere aanvallen op Israëliërs door
individuele Palestijnen. Israëlische soldaten en de politie reageerden met
dodelijk geweld, soms ook in omstandigheden waarin individuen geen direct
levensgevaar opleverden. Israëlische troepen doodden ten
minste 156 Palestijnen uit de bezette Palestijnse gebieden, met inbegrip
van kinderen, vooral in het laatste kwartaal van het jaar, sommige in expliciet
buitengerechtelijke executies …
Ook in het rapport van 27 februari 2014 werd schaamteloos op
Israël ingehakt en de
haat tegen de Joodse staat verder aangewakkerd. Ook dit rapport was verre
van onpartijdig, eenzijdig en vol met anti-Israël propaganda en liet zien hoe
deze organisatie de weg is kwijtgeraakt. In het 87 pagina’s tellend rapport
beschuldigt Amnesty Israël van ‘buitensporig
geweld, gerichte moorden die
als oorlogsmisdaden moeten worden beschouwd en andere ernstige schendingen van
het internationaal recht tegen de Palestijnen.’ Volgens Amnesty zijn er in
2013 meer ‘Palestijnen’ gedood dan in 2011 en 2012 samen en zegt dat er sinds
2011 meer dan 8000 ‘Palestijnen’ gewond zijn geraakt waaronder 1500 kinderen
door rubberen kogels en traangas. De groep roept Israël op “om een onafhankelijk, onpartijdig, transparant en snel onderzoek te
doen naar alle meldingen van Palestijnse burgers die werden gedood of ernstig
gewond raakten door de acties van de Israëlische troepen.” Amnesty dringt
er bij de Verenigde Staten, de Europese Unie en de rest van de internationale
gemeenschap op aan om “alle leveringen van wapens, munitie en andere goederen
naar Israël op te schorten” om Israël onder druk te zetten tot het toegeeft.
Zonder
de druk van de internationale gemeenschap zal de situatie in de nabije toekomst
niet veranderen, meent Philip Luther, Amnesty-directeur voor het Midden-Oosten
en Noord-Afrika. 'Als de Israëlische
autoriteiten de wereld willen bewijzen dat zij zich inzetten voor de democratische
beginselen en zich houden aan de internationale normen inzake
mensenrechten, moeten ze stoppen met moorden en onnodig gebruik van geweld',
aldus Philip Luther.
Professor Gerald Steinberg van de in Jeruzalem gevestigde onderzoeksorganisatie
NGO-Monitor noemt
de beschuldigingen in het rapport “roekeloos, schaamteloos
bevooroordeeld en weerspiegelen het gebrek aan een geloofwaardig onderzoek van
de feiten” en spreekt verder van politieke oorlogsvoering en valse beschuldigingen.
Ook de Israëlische regering reageerde vanzelfsprekend furieus
op het rapport omdat het zoals altijd weer zeer eenzijdig is opgesteld.
Woordvoerder Yigal Palmor van de Israëlische
ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat het rapport ruikt naar 'vooroordelen,
discriminatie en racisme'. In een reactie op het rapport stelde het Israëlische
ministerie van Buitenlandse Zaken, dat Amnesty Israël het recht op
zelfverdediging ontzegt. Het Israëlische leger zegt in een verklaring, dat
Amnesty het vorig jaar sterk toegenomen geweld van de door het PLO-bewind
opgehitste jongeren tegen Israël volledig negeert. Het rapport verzwijgt de al
maanden aan de gang zijnde gewelddadige demonstraties en terreur tegen
Israëlische troepen met de bedoeling de troepen te provoceren resulterende in
de dood van demonstranten zodat Israël weer aan de schandpaal genageld kan
worden. Het gaat om criminele acties georkestreerd door Abu Mazen en trawanten
om de wereldopinie tegen Israël op te hitsen.
Natuurlijk meldt het rapport niet dat de Arabische
slachtoffers voornamelijk het gevolg zijn van gewelddadige acties tegen het
Israëlische leger. In een reactie zegt de woordvoerder van het Israëlische
Leger dat Amnesty op geen enkele manier rekening heeft gehouden met de enorme
toename van gewelddadigheden waarin het leven van burgers en militairen dag in
dag uit ernstig gevaar lopen.
Het aantal terreuraanslagen is in 2013
verdubbeld ten opzichte van
Stenen zijn een dodelijk wapen maar
Amnesty richt zijn aanval slechts op Israël
Zes Israëli's werden bij aanslagen gedood. Van de zes
dodelijke slachtoffers stierven er drie door een aanval met een mes, twee
werden doodgeschoten door sluipschutters, en een werd gedood na ontvoering door
Arabische terroristen. In het rapport van Amnesty is sprake van een ernstig
gebrek aan objectiviteit en om zaken in de juiste context of verhouding te
plaatsen. Het rapport besteedt geen enkele aandacht aan alle genoemde terreur
en bekommert zich op geen enkele manier om de slachtoffers aan Israëlische kant.
Dat het PLO-bewind verantwoordelijkheid draagt voor al deze
aanslagen mag duidelijk zijn. Abu Mazen en trawanten zijn al jaren druk doende
de bevolking op te hitsen met de meest smerige antisemitische video’s, met het
verkondigen van leugens over recht op het land en het eren van moordenaars
met bloed aan hun handen van onschuldige Israëlische burgers. De
haatuitzendingen op de PLO-tv zijn praktisch dagelijkse kost. Kinderen zingen
het lied "Oh
flying bird," in een uitzending van
PLO-tv “Mijn land Palestina is prachtig.
Wij zullen terugkeren naar Safed, en dan naar Tiberias, Akko, Haifa en Jaffa”
allemaal plaatsen die in Israël liggen. Het PLO-bewind ziet de vernietiging van
Israël als een reële mogelijkheid. Hier wordt een hele generatie kinderen
geïndoctrineerd met haat en de gedachte dat het mogelijk is de staat Israël te
vernietigen en alle Joden uit het land te verwijderen. Deze kinderen groeien op
in een doodscultuur waar de echte wil om tot vrede met Israël te komen, totaal
wordt getorpedeerd.
Ze kunnen weer juichen in Ramallah om hun nieuwe “helden” en
“martelaren” en hun namen bijschrijven op hun ellenlange lijst van geboefte die
er een hobby van hebben gemaakt onschuldige Israëlische burgers te vermoorden.
Amnesty verbonden met
Hamas en Moslimbroederschap
De Engelse krant de Times (London) heeft Yasmin Hussein, een senior official van Amnesty,
gelinkt aan Hamas en met de Moslim Broederschap.Yasmin Hussein
is het hoofd van de mensenrechten en godsdienstafdeling van Amnesty. Hussein is
gelieerd aan een Britse “hulporganisatie” die Hamas financiert. Bovendien blijkt
Hussein persoonlijke relaties te hebben met een senior official van de Moslim
Broederschap en logeerde bij deze official thuis in Egypte. Maar dat is niet
alles. Husseins echtgenoot blijkt Musabbeh te zijn. In een proces in 2013
werden beide betrokken geacht bij een samenzwering, volgens documenten uit de
Verenigde Arabische Emiraten. De betrokkenheid liep via een liefdadigheidsclub
in Bradford, die deel was van een complex financieel en ideologisch netwerk,
dat vanuit Engeland en Ierland als hub fungeerde voor de Moslim Broederschap en
zijn vestiging in de VAE.
Amnesty bleek op de hoogte te zijn van de ontmoeting van Yasmin met het
senior lid van de Egyptische Moslim Broederschap Ady al-Qazzaz. Deze al-Qazzaz werd door de
onderwijzersbond in Egypte beschuldigd van het binnenbrengen van de Moslim
Broederschap (en zijn gedachtenn) in het Egyptische onderwijs. Bij diezelfde
ontmoeting zaten ze beiden aan een familiemaaltijd en bleef Yasmin in het privé
huis overnachten. In het huis van Qazzaz, wiens zoon Khaled de secretaris van
de Moslim Broederschap was voor buitenlandse zaken en wiens dochter Mona de
officiële woordvoerster van de Moslim Broederschap was. Dit alles tegen de
gedragscode van Amnesty in. Daarop
werd een onderzoek ingesteld naar Yasmin, die zei geen idee van de connecties
van de al-Qazziz familie te hebben… Zij kreeg een berisping en haar werd
verteld dat dit niet weer mocht gebeuren. Amnesty gaf een verklaring uit
waarbij ze verklaarde dat de band tussen Yasmin en de Moslim Broederschap niet
bestond. Het lijkt echter zeer
waarschijnlijk dat via Yasmin er wel degelijk banden zijn met terroristische
organisaties, in ieder geval een financiële band.
Amnesty
wordt hier absoluut niet geloofwaardiger door en de twijfels aan de oprechtheid
van Amnesty krijgen hierdoor meer betekenis.
Dit zou de obsessie met Israël kunnen verklaren.
Het blijft vreemd dat Amnesty wel
wetenschappelijk onderzoek laat doen, zoals het onderzoek van Donatella
Rovera en vervolgens niets, maar dan ook niets met dat onderzoek doet.
Integendeel, het beweert juist die dingen waarvan Donatella zegt dat ze niet
(kunnen) kloppen. En vervolgens beweert Amnesty na hun waardeloze onderzoek –
waarbij het Donatella`s rapport “vergeet” – op onzinnige
gronden dat Israël oorlogsmisdaden pleegt.
Het is volkomen duidelijk dat Amnesty International alle
geloofwaardigheid heeft verloren. Deze club kiest
overduidelijk de kant van de terroristen en maken daarmee het voortgaan van de
terreur mogelijk. Terwijl Israëls vijanden zich voorbereiden op de totale
vernietiging van de Joodse staat, onthoudt Amnesty zich van enig commentaar op
deze genocidale dreiging.
In september 2005 was internationale media zeer ingenomen met
een rapport van Amnesty International waarin Israël werd beschuldigd van ,,misdaden
tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden”.
Volgens dit rapport zou het Israëlische leger (IDF) duizenden onschuldige
burgers - die onder bestuur vallen van het PLO-bewind in Ramallah- en buitenlanders hebben verwond of gedood,
sinds het begin van de “Tweede Intifada” eind september 2000. Ook spreekt
Amnesty van ,,onwettige moorden,
martelingen en onbeheerste zinloze verwoesting van Palestijnse eigendommen.” Amnesty
bekommert zich nooit om de slachtoffers aan Israëlische kant, maar levert
slechts kritiek. Kort
na Israël’s schoonmaakaktie in de terreurstad Jenin begin 2002, waarbij
volgens de PLO-nazi-propagandamachine 1500 burgers door het Israëlische leger
zijn vermoord, (het totale dodental was 56 waarvan 49 terroristen) kwam Amnestie met kritiek zonder de
werkelijke feiten eerst te onderzoeken. Een woordvoerder zei te vrezen dat
de mensenrechten waren geschonden.
Het rapport van Amnesty was gericht tegen een land dat al
jaren het hoofd moet bieden aan een doodscultuur
die een mensenleven verachten Er bestaat geen enkele aandacht voor het feit
dat Israël sinds de Oslo-akkoorden in september 1993, voorstel op voorstel
heeft gelanceerd om tot een blijvende vrede met de namaak Filistijnen te komen.
Voorstellen die door wijlen Jasser Arafat, allemaal naar de prullenbak zijn
verwezen en beantwoord met het sturen van zelfmoordenaars naar Israël om zich
op te blazen in restaurants, dancings, bussen en andere publieke gelegenheden.
Israël reageerde furieus op het rapport omdat het zeer eenzijdig is opgesteld.
Tijdens de oorlog tegen Hezbollah
in de zomer van 2006, kwam Amnesty International al na een paar dagen met
een oordeel en beschuldigde Israël van “oorlogsmisdaden”,
aanvallen op burgerdoelen, bruggen, elektriciteitscentrales, hoofdwegen,
zeehavens en de internationale luchthaven van Beiroet”. De raketbeschietingen
door Hezbollah op Israëlische bevolkingscentra en het feit dat de
terreurbeweging vrouwen, kinderen en zelfs baby’s als menselijk schild hebben gebruikt, werd
door Amnesty verzwegen. Het gebruik van-de-eigen-burgers als menselijke
schilden wordt nog eens schrijnend duidelijk in de plaats Qana. Daar vielen 54
doden waaronder gehandicapte kinderen. Hezbollah heeft de dood van deze mensen
zeer succesvol gebruikt om de wereldopinie tegen Israël op te hitsen. Raketten
werden afgeschoten vanuit woonwijken, moskeeën, vanaf daken van huizen en schoolpleinen, en speelplaatsen van kinderen werden veranderd in
artilleriestellingen. De systematische
politiek van Hezbollah was om hun bases, trainingskampen, wapendepots etc,
juist in woonwijken en steden op te zetten.
Dat helpt bij het beïnvloeden van de publieke opinie tegen Israël
wanneer daar burgers bij worden gedood. En dan te bedenken dat Libanese burgers
door het Israëlische leger werden gewaarschuwd
per uitgeworpen pamflet of per radio.
Vluchtelingen die het oorlogsgebied wilden verlaten, werden
bij wegversperringen tegengehouden en teruggestuurd om zo als menselijk schild
te dienen. Hezbollah blokkeerde
het transport van voedsel en medicijnen naar behoeftige Libanese burgers. Zelfs
Jan Egeland, hoofd van de humanitaire afdeling van de VN, die zijn kritiek
normaal gesproken bewaart om Israël te demoniseren, zei: “Hezbollah moet
stoppen met dit lafhartig gedrag door zich te verschuilen achter vrouwen en
kinderen. Ik hoor dat ze trots zijn weinig verliezen te hebben geleden, maar
daarvoor hebben de burgers de prijs betaald.” Hezbollah heeft geprobeerd
het aantal Libanese slachtoffers zo hoog mogelijk op te voeren voor hun eigen
nazi-propagandadoeleinden. Hezbollah is een terreurstaat binnen de staat
Libanon, met haar eigen territorium, wapens en terroristen. Maar al deze
misdaden speelden voor Amnesty geen rol van betekenis. Israël beschuldigen van
‘oorlogsmisdaden’ was blijkbaar het enige doel.
Natuurlijk was ook Amnesty weer van de partij om Israël aan de schandpaal te nagelen met betrekking tot de oorlog tegen de terreurbeweging Hamas in januari 2009. Amnesty spreekt in haar rapport genaamd “Operation Cast Lead” 22 days of death and destruction” van oorlogsmisdaden, roekeloze aanvallen en buitensporig veel geweld tijdens deze oorlog. De titel zelf zegt het al.Het document richt zich voornamelijk op Israël. Ook Hamas werd beschuldigd, maar het rapport wijst niettemin Israël als hoofdschuldige aan. In het rapport spreekt Amnesty van 1400 doden waaronder 900 burgers. Deze gegevens zijn echter totaal niet in overeenstemming met de informatie die na gedegen onderzoek door Israël is vrijgegeven. Daaruit blijkt dat er in totaal gedurende de oorlog 1134 mensen zijn omgekomen waaronder 673 terroristen. Israël uitte meteen en volkomen terecht, scherpe kritiek op het rapport.
Het stelt
onder meer dat het rapport geen correct beeld geeft van de raketbeschietingen
gedurende acht jaar. Ook is de aanwezigheid van terroristen uit Iran volledig
buiten beschouwing gebleven. Het rapport gaat ook nergens in op de Israëlische
onderzoeksresultaten. Het rapport zwijgt onder meer over het gebruik door Hamas
van huizen van burgers, scholen, ziekenhuizen en moskeeën als munitiedepots,
het verminken en vermoorden van Fatah aanhangers en het verplaatsen van troepen
middels ambulances. Al dit soort bewijzen zijn door
Amnesty genegeerd evenals het feit dat Hamas een terreurorganisatie is, wiens
doel het is de
Joodse staat te vernietigen. Amnesty International collaboreert al
jaren openlijk met Israëls tegenstanders
Links
de zomerkampen
en rechts Hamas terreurleider Ismail Haniyeh met een van zijn kleine helden.
Amnesty International publiceerde op 27 oktober 2009 een 112 bladzijden tellend rapport waarin Israël ervan werd beschuldigd
‘water van de Palestijnen te stelen”. Volgens Amnesty zou Israël ,,meer dan 80% van het water uit een grote
ondergrondse bron op de Jordaanoever naar nederzettingen pompen en is dit de
enige bron voor de Palestijnen in het gebied.” Israël zou genoeg andere bronnen bezitten.
Verder wordt het volgens Amnesty ,,de
Palestijnen onmogelijk gemaakt om nieuwe waterbronnen aan te boren, omdat
Israël daarvoor vergunningen moet afgeven. De procedures daarvoor duren vaak
erg lang en vergunningen worden vaak geweigerd.” De beschuldigingen van
Amnesty werden op geen enkele manier met bewijzen aangetoond. Het waren niet
meer dan loze kreten en het was bovendien niet toevallig dat dit smeerstuk van
Amnesty kwam op een moment dat Israël aan alle kanten werd aangevallen vanwege
het optreden in januari 2009 tegen Hamas in Gaza. Het rapport was politiek
geïnspireerd en had slechts ten doel Israël verder te demoniseren.
Het rapport was niets anders dan de nieuwe episode in de
campagne Israël als een
‘apartheidstaat’ neer te zetten. De Israëlische waterautoriteit
wees het rapport met verontwaardiging van de hand en zei dat ,,de Palestijnen
zelfs meer water ontvangen dan in de Oslo
akkoorden is afgesproken.” Amnesty negeerde niet alleen deze bewijzen
maar negeerde eveneens bewust het bewijs dat het juist de Palestijnen zijn die
water stelen. De door Amnesty gekozen eenzijdige benadering werd weer zonder
enig onderzoek door de wereldpers overgenomen. Ook negeerden de internationale
nieuwsbrengers de controleerbare Israëlische
gegevens. Wel melden ze er bij dat Israël het
rapport veroordeelde, maar meer ook niet. CNN
verzuimde zelfs Israëls veroordeling te vermelden. Zie videoverslag van CNN
medewerkster Paula Hancocks.
De
afspraken over de watervoorziening tussen Israël en het PLO- bewind, zijn te
vinden in Article
40 Uit dit
artikel blijkt overduidelijk dat Israël niet alleen aan al haar verplichtingen
heeft voldaan, maar de verplichte hoeveelheid water zelfs ruimschoots heeft
overtroffen. De PLO-Arabieren daarentegen blijken hun
verplichtingen aanzienlijk te hebben geschonden,
in het bijzonder met betrekking tot belangrijke onderwerpen zoals de illegale
boringen, (zij hebben meer dan 250 waterputten geboord zonder toestemming van
de “Joint Water Commission”) .
Ook de afspraken over afhandeling van het afvalwater door
middel van zuiveringsinstallaties is
door het PLO-bewind volkomen genegeerd. Waar zijn de miljoenen dollars aan
donaties gebleven die voor dit doel bestemd waren? Israël heeft het bewind aangeboden
om hen te voorzien van ontzilt water, maar deze mogelijkheid is systematisch
verworpen vanuit politieke motieven. Zoals gebruikelijk hebben de auteurs van
Amnesty ervoor gekozen de controleerbare Israëlische gegevens aan de hand van
documenten en verslagen, te negeren. Het rapport is volledig gebaseerd op
beschuldigingen, een methode die door Amnesty al jaren wordt toegepast. Deze
club is totaal niet geïnteresseerd in waarheidsvinding maar heeft slechts ten
doel Israël als een kwaadaardig gezwel neer te zetten.
Prof.dr.Gerald Steinberg schreef: ‘het rapport van Amnesty
manipuleert de kwestie van het water en gaat voorbij aan de complexiteit van de
geschiedenis en de handhaving van de wetten om Israël andermaal ten onrechte
neer te zetten als een wreedaardig regiem. In dit rapport wordt een pijnlijk
simplistische taal gebruikt die enkel de schuld legt bij Israël, in een poging
om de “Bende van Ramallah”volledig te ontslaan van de verantwoordelijkheid in
de mede door hen ondertekende overeenkomsten in het kader van de
Oslo-akkoorden. Dit rapport werd door Amnesty cynisch getimed om een nieuwe
golf van boycotcampagnes tegen Israël te stimuleren. Het is een scherp
voorbeeld van de permanente campagne van Amnesty’s openlijke vijandigheid tegen
de staat Israël.’
Gerald Steinberg
In een op 6 juni 2012 gepubliceerd document “Starved
of Justice: Palestinians detained without trial by Israel” (Sterven voor
gerechtigheid: Palestijnen gevangen zonder vorm van proces) vestigt Amnesty de
aandacht op de hongerstaking van gevangenen in april
Deborah Hyams is zo fel anti-Israël dat zij tijdens de 2e
intifada dienst heeft gedaan als “menselijk schild” in Beit Jala, een dorp nabij Bethlehem. Dit dorp
werd als basis gebruikt voor het
beschieten van Gilo, een buitenwijk van Jeruzalem door de Fatah-Tanziem
terreurbeweging. Dit gebeurde bij voorkeur vanuit de woningen van de
christenen die daarbij dikwijls met geweld uit hun huizen werden verdreven. Het
is voorgekomen dat Gilo werd beschoten vanaf de christelijke begraafplaats in
Beit Jala, vanaf het plein voor de Sint Nicolaaskerk en ook vanuit de kerk
zelf. Dat gebeurde notabene, tijdens een gebedsdienst. Deborah Hyams verdedigde
met haar actie het gespuis van de Tanziem dat zich naast de beschietingen van
Gilo, schuldig maakte aan verkrachting, afpersing en executies van burgers in
Beit Jala en Bethlehem. Zij noemde “bezetting geweld” en vond dat de consequentie
hiervan moet resulteren in geweld”. In 2008, ondertekende Hyams een brief
waarin zij Israël beschuldigde “een staat te zijn gebaseerd op terrorisme,
massaslachtingen en het stelen van land van een ander volk.”
Hyams partner, Saleh Hijazi,
een in Jeruzalem geboren Arabier en opgegroeid in Ramallah, heeft eveneens
laten zien een groot gebrek aan objectiviteit te bezitten. In 2007 onderhield
hij contacten met de Non Governement Organisation (NGO) “Another Voice” – een
felle anti-Israël groep met in hun vaandel “Tegenstand! Boycot! Wij zijn Intifada!” Amnesty heeft al jaren
een zeer twijfelachtige reputatie als het om Israël gaat. Israël houdt al
jarenlang vol dat Amnesty International de Joodse Staat geen eerlijke kans
geeft wegens persoonlijke vooroordelen en gepolitiseerde standpunten.
Het hoofd van de Finse tak van Amnesty International, Frank
Johansson, noemt Israël een ‘schoremstaat’.
Op 5
november 2014 publiceerde Amnesty International opnieuw een aanval op Israël,
met de zoveelste tirade waarin ze de Joodse Staat beschuldigden van genocide en
andere oorlogsmisdaden. Later diezelfde dag werd Israël in een Twitterbericht
van een hogere Amnesty-medewerker rechtstreeks gelijkgesteld aan ISIS, de
barbaarse jihadistische terreurorganisatie. Amnesty International vergelijkt nu
de democratische Staat Israël met verkrachters, onthoofders en genocidale
moordenaars.
Amnesty International:
Een kind van westerse geheime diensten en een propaganda-instrument
Amnesty International maakt er voor zichzelf graag aanspraak op wereldwijd voor mensenrechten en democratie te strijden. Deze NGO irriteert echter vaak wegens eenzijdigheid en dient op dit moment meer dan ooit als het vlaggenschip van westerse propaganda. Geen wonder dus dat de vereniging leugens over Rusland verspreidt en zodoende de westerse leugenmedia in de kaart speelt. Het gerenommeerde Canadese instituut Global Research beschuldigt de organisatie ervan dat zij aan “Amerikaanse staatspropaganda” zou doen. Dit artikel is meer dan drie jaar oud en pakt o.a. het onderwerp Pussy Riot op, waarvoor men zich destijds bijzonder uitsloofde. Ook al kun je kritiek hebben op de gevangenisomstandigheden van de band, bij de campagne rondom de Russische band werd echter maar het halve verhaal verteld. Dat Amnesty werd bedacht door een medewerker van de Engelse geheime dienst, zou ook niemand verder moeten verbazen.
De oprichter
van de zogenaamde mensenrechtenorganisatie, Peter Benenson, was van 1941-
Amnesty
International opnieuw in de fout
Sunjeev Bery, al enkele jaren de
directeur voor Amnesty International USA inzake het
Midden-Oosten en Noord-Afrika, gaf op 30 augustus 2016 een interview met de nieuwssite Salon, de media-uitgave van het Amerikaanse Salon Media
Group, Inc. In dit interview vergeleek Bery de regering van Israël met de
regimes in Egypte en de Shariastaat Saoedi-Arabië. Hij sprak van “dodelijke hypocrisie” i.v.m. de wapenleveringen
aan “repressieve regimes in het
Midden-Oosten zoals Israël, Egypte en
Saoedi-Arabië, die oorlogsmisdaden hebben begaan en andere schendingen van de
mensenrechten.”
Amnesty in het verleden
Hoe kon een zo hoog gerespecteerde organisatie uit het
verleden in zo’n diepe morele verwarring vallen? Amnesty International begon
als een beweging die gewetensgevangenen hielp om ‘amnestie’ te krijgen van
onderdrukkende regeringen. Zij werd beroemd om het aan de dag brengen van de
verschrikkelijke toestanden waaraan politieke gevangenen in de vroegere
Sovjetunie blootstonden. Destijds was Amnesty een sterke kracht, die
internationaal de aandacht vestigde op veel bekende refuseniks, waaronder de
Joodse gevangenen Natan Sharansky en Ida Nudel.
Zo was Amnesty reeds in 2001 betrokken bij het antisemitische Durban NGO Forum 2001,waarbij 160 landen vertegenwoordigd waren en waar de Boycott, Divestment and Sanctions (BDS-campagne) werd gelanceerd. In zijn openingstoespraak op dit Forum uitte de Israël-hatende Kofi Annan de voormalige baas van de Verenigde Naties, zware kritiek op Israël en maande hij de Joodse staat op te houden de “holocaust” als excuus te gebruiken voor zijn daden: ,,We kunnen niet van de Palestijnen verwachten dat zij dit (de holocaust) accepteren als de reden dat hen zoveel onrecht wordt aangedaan: bezetting, blokkades en buitenrechtelijk doden", aldus Annan. Al tijdens de voorbereidingen klonk het antisemitisme en anti-Israël geschreeuw luid uit de monden van Arabische en Islamitische elementen en werd vastgesteld dat zionisme een vorm van racisme is en dat Joden sowieso niet deugen. Durban ontaarde in een orgie van antisemitisme. Op boekentafels in het conferentiecentrum werden antisemitische werken verkocht, waaronder de "Protocollen van de Wijzen van Zion".
Onder de
antisemitische folders die vrijelijk op de conferentie werden uitgedeeld was er
een met een portret van Hitler en de tekst: “Wat
was er gebeurd als ik had gewonnen? De goede dingen. Er zou geen Israël zijn en
geen Palestijns bloedvergieten.” Joodse en Israëlische sprekers werden het
zwijgen opgelegd en gepest, en boycot- en demonisatiecampagnes werden gestart.
In Durban onderschreven 1500 kerkelijke en mensenrechtenorganisaties, waaronder
Amnesty International en Human Rights Watch, formeel het plan om Israël als
‘apartheidsstaat’ internationaal te isoleren, door ‘het opleggen van bindende en alles omvattende sancties en embargo’s,
de volledige
stopzetting van alle relaties (diplomatiek, economisch, sociaal,
hulpverlening, militaire samenwerking en training tussen alle staten en Israël
’.
Duizenden militante moslims hielden demonstraties, waarin hakenkruizen, antisemitische prenten en leuzen werden meegedragen. Kritische opmerkingen in de richting van Israël door de voormalige aartsterrorist Jasser Arafat en Kofi Annan, werden met lang en luid applaus door de plenaire vergadering ontvangen.
De
secretaris-generaal van Amnesty gaf later toe, dat de organisatie ook andere
landen had moeten noemen, maar het kwaad was al geschied. De conferentie
publiceerde een schandelijk anti-Israëldocument, dat de Joodse Staat
bestempelde als een nog groter kwaad dan enig ander volk op de wereld. De val
van Amnesty in morele absurditeit werd nog dieper, toen hij in 2006 Israël
beschuldigde van misdaden tegen de menselijkheid, terwijl ze weigerden om Hezbollah
zelfs maar te bekritiseren om de 3900 raketten die ze op Israëlische steden
hadden afgeschoten en die 44 Israëlische burgers doodden en er nog eens 1400
verwondden. Hezbollah gebruikte menselijke schilden en vermoordde honderden van
zijn eigen mensen, maar voor de agenda van Amnesty kwam het beter uit om Israël
te bekritiseren.
Campagnemanager
Krystian Benedict zei tegen een journalist dat 'Israël op de lijst staat van stomme
dictatoriale regimes die de basale mensenrechten misbruiken – net als Birma,
Noord-Korea, Iran en Soedan: zijn regering heeft dezelfde wellustige houding
tegenover menselijke wezens'. Op 5 november 2014 tweette Benedict, nadat Israël
bezwaar had aangetekend tegen het recentste partijdige rapport van Amnesty, dat
Israël gelijk staat aan de kwaadaardige terreurgroep ISIS. Amnesty
International heeft ook toegegeven, dat hij samenwerkt met een in Zwitserland
gevestigde mensenrechtengroep, waarvan de Qatarese medeoprichter ervan is
beschuldigd Al Qaida te financieren. In 2013 kende Amnesty zijn prijs Ambassadeur
van het Geweten toe aan Roger
Waters, die musicus van Pink Floyd die onvermoeibaar oproept tot boycot van
de Joodse Staat, en die in zijn shows een levensgroot opblaasbaar varken met
een Davidsster toont. Er zijn nog veel meer voorbeelden te noemen, maar het
plaatje is duidelijk. Amnesty International is zijn morele kompas kwijt dat het
ooit volgde, en het is diep in de modder weggezakt. Vermijd elk contact.
Voor het eerst sancties opgelegd aan
Amnesty International conform Israël’s anti-boycotwet
Op 12
september 2017 berichtte het dagblad Israel Hayom dat Israël van
plan was om de anti-boycot
wet toe te passen die werd aangenomen in 2011, door van linkse
niet-gouvermentele organisatie’s de belastingvrijgestelde status in te trekken
waaronder die van Amnesty International, De Israëlische reactie kwam in
antwoord op een campagne die Amnesty International lanceerde in juli 2017 onder
de naam “Israel’s
Occupation: 50 Years of Dispossession.” De organisatie roept daarin de
wereld op om Israëlische producten te boycotten die worden geproduceerd voorbij
de Groene Lijn meer bepaald in Jeruzalem, de Golan Hoogvlakte en Judea &
Samaria. Bovendien roept deze club tevens op om aan Israël een wapenembargo op
te leggen op beschuldiging dat de Joodse Staat “oorlogsmisdaden” zou hebben
begaan ten aanzien van de Palestijnen in de Arabische woongebieden die
geheel of gedeeltelijk worden bestuurd door Israël en vooral in de Gazastrook,
hoewel Israël zich daar reeds in 2005
volledig heeft uit teruggetrokken.
Op dat moment
eisten woedende leden van de Knesset dat minister van Financiën Moshe Kahlon
actie zou ondernemen, die echter geen beloftes deed maar verklaarde dat het
ministerie “alle middelen die tot haar
beschikking zijn, inclusief afschaffing van belastingvoordelen, zou aanwenden
tegen elke organisatie die de staat Israël ondermijnt of soldaten van het IDF
visereert.” De wet van 2011, wettelijk gekend als de “Prevention of Damage to
the State of Israel through Boycott”, machtigt de minister van Financiën om
sancties op te leggen aan om het even wie die promoot of deelneemt in een
economische, culturele of academische boycot tegen om het even welke met Israël
verbonden instelling of individu. De
wet laat de regering tevens toe om de organisatie gerechtelijk te vervolgen,
waardoor deze kan veroordeeld worden om schadevergoeding te betalen indien de
boycot financiële schade zou berokkend hebben.
Een voorbeeld
van schending van deze Israëlische anti-boycotwet door de bewuste NGO kan
ondermeer vastgesteld worden in uitspraken die Salil Shetty,
deed
op 7 juni 2017 op de website van
Amnesty International: “Decennialang
heeft de wereld passief toegekeken hoe Israël de huizen van Palestijnen heeft
vernietigd en hun land en natuurlijke hulpbronnen voor eigen profijt heeft
geplunderd. Terwijl de Palestijnse economie wordt verstoord door 50 jaren
misbruik door (Israël’s) beleid, werd een bloeiende multimiljoenen dollar
kostende nederzettingenonderneming gebouwd uit de systematische onderdrukking
van de Palestijnse bevolking.Vijftig jaar lang is het amper veroordelen van
Israël voor de uitbreiding van de nederzettinggen ruimschoots onvoldoende
gebleken. Het is tijd voor de landen om concrete internationale acties te
ondernemen om de financiering van nederzettingen te stoppen die op zich reeds
een schending zijn van het internationaal recht en oorlogsmisdaden inhouden.”
In dit geval zullen de vertegenwoordigers van Amnesty International worden opgeroepen door de minister van Financiën, Moshe Kahlon, die heeft gezegd dat hij na de hoorzitting een beslissing zal nemen over te nemen sancties of een ander besluit van de zaak. Elk verlies van zijn belastingvrijgestelde status in Israël kan het vermogen van Amnesty International om geld in de regio te verzamelen, ernstig beïnvloeden.
Amnesty International toont opnieuw haar
ware gezicht
In januari 2019 drong Amnesty ook al aan op een boycot van het toerisme in de Joods plaatsen in de Bijbelse gebieden en ontkende het eveneens de Joodse historische banden met Jeruzalem en elders. Ook promoot Amnesty de Israël demoniserende boycot acties van Boycott, Divestment and Sanctions (BDS). De boycot is bedoeld op het economisch beschadigen van bedrijven die eigendom zijn van Joden of zaken doen met Israël, en is uiteindelijk bedoeld om de Joodse staat schade toe te brengen. Ook heeft het de wetgeving in Ierland ondersteund die, als deze wordt vastgelegd, het bezoeken van Joodse historische en heilige plaatsen, inclusief de oude stad van Jeruzalem, criminaliseert en goederen en diensten koopt van Joden die zich om welke reden of voor welke duur dan ook in Jeruzalem en in 1949 bij de wapenstilstandslijnen bevinden.
Ook op 10 juli 2019 besloot Amnesty nog maar weer eens flink uit halen in haar al jarenlange haatcampagne tegen de Joodse staat. Het ging alle perken te buiten met halve waarheden en propagandamateriaal dat rechtsreeks uit de koker van de “Bende van Ramallah”leek te komen. Het riep op tot een toerisme boycot van wat het noemt ‘de Israëlische nederzettingen’ in Israëls hartland, de Bijbelse gebieden Samaria en Judea. Deze Joodse plaatsen worden als een ‘oorlogsmisdaad’bestempeld. Elke Joodse verbondenheid met het land Israël wordt ontkend. Ook heeft het het management en de stafmedewerkers van de Amerikaanse reisorganisatie TripAdvisor onder druk gezet om “te stoppen met profiteren van (Israëls) oorlogsmisdaden. We schrijven u aan om u te vragen dat u zich zou uitspreken tegen de rol van TripAdvisor in het aanmoedigen van het schenden van de mensenrechten in de bezette Palestijnse gebieden. Door het toerisme in deze illegale nederzettingen te promoten, helpt TripAdvisor hun economieën te stimuleren en bij te dragen aan het immense lijden van Palestijnen die zijn ontworteld van hun land, hun huizen zagen vernietigd worden en hun natuurlijke hulpbronnen geplunderd worden voor gebruik in de nederzettingen.” Deze schandalige uitspraak is afkomstig van Mark Dummett, mensenrechten onderzoeker bij Amnesty International.
Israëlische ministers noemden de uitspraken “antisemitisch” en een “buitensporige poging om de feiten te verdraaien, Joodse erfenis te verwerpen en Israël te delegitimeren.”
In een leugenachtige aanval in november 2019 beschuldigde Amnesty Israël opnieuw valselijk van schending van het internationale recht door te schieten op het gebouw van de Palestijnse Mensenrechtencommissie in Gaza: 'Wij veroordelen ten zeerste deze aanval, waarvan het kantoor in Gaza, werd getroffen door een Israëlische raket, Aanvallen op civiele gebouwen zijn in strijd met het internationale recht. We sturen onze solidariteit.’ Zonder de moeite te nemen de ware feiten te onderzoeken kreeg Israël de schuld van de raketinslag. Amnesty toonde foto’s van een verwoest gebouw in Gaza, met de vermelding, dat het getroffen was door Israëlische raketten.
Trey Yingst, verslaggever van Fox News was ter plaatste en weerlegde de beschuldiging dat het om een Israëlische raket zou gaan. Hij was er getuige van dat het gebouw werd geraakt door een raket van de Islamitische Jihad die werd afgeschoten richting Israel, maar zich in het bewuste gebouw boorde.
De veroordeling past geheel in de door Amnesty International vooringenomenheid waarmee Israël in de internationale arena wordt geconfronteerd. Het is immer hetzelfde verhaal met deze club: ‘het opzettelijk verspreiden van laster over Israël en de misdaden van de islamitische terreurbewegingen in Gaza te verdoezelen.’ Israël heeft de valse beschuldiging terecht krachtig veroordeeld. Matan Peleg, CEO van de pro-Israëlische organisatie 'Im Tirtzu'' zei hierover: ‘deze zogenaamde mensenrechtenorganisatie zou zich moeten schamen om zo'n vuile aanklacht tegen Israël te verspreiden en zich aan de zijde van de terroristen te stellen'.
De
smeerstukken van Amnesty zijn gericht tegen een land dat al jaren het hoofd
moet bieden aan een doodscultuur
waarin mensenlevens veracht worden. Er bestaat geen enkele aandacht voor het
feit dat Israël sinds de Oslo-akkoorden
in september 1993, voorstel op voorstel heeft gelanceerd om tot een blijvende
vrede met de fake-Filistijnen te komen. Voorstellen die door terreurmiljardair
Jasser Arafat, allemaal naar de prullenbak zijn verwezen en beantwoord met het
sturen van zelfmoordenaars naar Israël om zich op te blazen in restaurants,
dancings, bussen en andere publieke gelegenheden. Palestijnse terroristen die
daarvoor nog steeds rijkelijk worden beloond door de “Bende van Ramallah” onder
leiding van Mahmoud Abbas.
Het is volkomen duidelijk dat Amnesty International alle
geloofwaardigheid heeft verloren. Het kiest al jaren overduidelijk de kant van
de Palestijnse
terroristen. Terwijl Israëls vijanden zich voorbereiden op de totale
vernietiging van de Joodse staat, onthoudt Amnesty zich van enig commentaar op
deze genocidale dreiging.
Terug naar: Inhoud